Terug naar het overzicht van de LAW's, streek- en NWBpaden op de homepage van Henri Floor Terug naar de homepage van Henri Floor Het Lingepad
man leest boek In 1987 begonnen wij te Leerdam aan het Lingepad. Als eindpunt voor die dag hadden we Tricht gekozen om aldaar, na afloop van de wandeltocht, op bezoek bij kennissen te gaan. We weten dat het op een zondag was, en dat de keuze voor die dag erg ongelukkig was. Op die dag werd namelijk door de NCRV een aflevering van het Kerkepad georganiseerd. In dat kader waren verschillende kerken opengesteld. Dat trok erg veel automobilisten, die over het traject van het Slingerpad liep. Deze weg was niet zo breed. Er konden net twee auto's passeren, maar dan moesten er geen wandelaars in de weg lopen. In Beesd was buiten voor de kerk een koffiestand ingericht waarvan wij dankbaar gebruik maakten. Het feit dat we veel over asfalt liepen, maakte de tocht voor mij niet populair.
Dit is het wapen van Geldermalsen. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Op zaterdag 24 juni 1989 zat ik nog in mijn "revalidatieproces". Ik had namelijk wat last van mijn rug. En in dat proces paste vooralsnog wandeltochten, waarvan het parkoers voornamelijk over asfaltwegen voerde. En zodoende vervolgden we dit pad alsnog. De weersverwachting luidde 18 tot 23 graden. Desondanks zijn we toch aardig verbrand, die dag.
Na de auto bij NS-station Geldermalsen gezet te hebben, was het een kleine km lopen naar Tricht. Tricht ging in Buurmalsen over. Het aan de noordoever van de Linge gelegen Malsen behoorde eertijds tot de heerlijkheid Buren en werd daarom Buurmalsen genoemd. Het aan de zuidoever gelegen Malsen werd later Geldermalsen genoemd, omdat het in 1253 aan Gelderland was gekomen. Langs de Burense dijk lag een fietspad, waarover we heerlijk konden genieten van vergezichten. Vlak voor Buren liepen we nog door een bospassage alvorens het romantische centrum te betreden.
De naam Buren gaat terug tot het Germaanse woord bûr, dat huis of woning respectievelijk huizen betekent. We liepen onder de Culemborgse- of Huizerpoort door, de enige overgebleven poort van de stadswallen. Terwijl we over de stadswal liepen, hadden we een fraai gezicht op het Koninklijke Weeshuis. Dit Weeshuis is één der gaafste voorbeelden van de Hollandse renaissance stijl die ons land kent. Het Weeshuis is in 1613 gesticht door Maria, de dochter van Prins Willem en Anna van Buren. We kwamen bij het fruitteeltdorp Erichem zelfs over een graspad overgaand in een zanderig karrenspoor. Net toen we Zoelen in kwamen, liepen twee wandelaars ons tegemoet die net aan een 20 km wandeltocht vanuit Tiel deelnamen.
In Zoelen was het parkoers naar kasteel Soelen met een kruis gemarkeerd, ten teken dat we dit pad niet moesten inslaan. We lieten ons één van de hoogtepunten niet ontnemen en sloegen toch het met een kruis gemarkeerde pad in. Tegenwoordig is het interieur van kasteel Soelen omgebouwd tot enige moderne huur-appartementen. Vlak voordat we het Amsterdam-Rijnkanaal overstaken liep ons nog een wandelaar tegemoet. Ditmaal was het een 40km wandelaar van de tocht uit Tiel.
We liepen langs het recreatieterrein De Wildt. Het was hier erg rustig aan de grote plas. Verderop stond een uitbater waar wij ons tegoed deden aan een blikje fris. We staken bij Echteld de A15 snelweg en een spoorlijn over. Net buiten Echteld namen we nog een rust. De hitte zorgde voor vermoeidheid. We bereikten de winterdijk langs de Waal. Nadat de zon er voor gezorgd had, dat ik mijn T-shirt had uitgedaan, zorgde de zon er eveneens voor dat het T-shirt weer aanging wegens teveel zonneschijn.
Hoe landelijk het hier ook nog wel is, bleek uit het feit dat bij IJzendoorn de koeien over de weg naar een ander weiland werden gestuurd. We maakten van de gelegenheid gebruik door bij het plaatselijke supermarktje van IJzendoorn een verfrissing te nuttigen. Na 4 km Waaldijk bereikten we Ochten. Op de bushalte stond Ochtenseveer, maar het was al gauw 15 jaar geleden dat de laatste pont had gevaren. Ik had hier nog jeugdherinneringen, doordat mijn ouders in de begin jaren zestig vaak van dit veer gebruik maakten.
We kregen nu uitzichten op de Grebbeberg en de Cuneratoren van Rhenen. Na nog eens 2 km Waaldijk verlieten we deze bij Eldik. Hier liepen we langs een groot kampeerterrein. Enige vijvers waren door de droogte gedeeltelijk drooggevallen. Bij Kesteren sloegen we van het parkoers af. Met de trein reisden we verder huiswaarts.
Dit is een oud wapen van Geldermalsen. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Op zaterdag 8 juli 1989 vervolgden we de route. Dat was de dag nadat de temperatuur enkele dagen tot 30° was opgelopen. Deze dag werd het trouwens ook nog vrij warm, ruim 25°. Vanwege deze warmte besloten we tijdig te starten. Met de auto reden we naar station Kesteren, waar vandaan we rond kwart voor zeven vertrokken. Na een kwartiertje lopen zaten we weer op de route.
We kwamen op de Rijnbanddijk uit vanwaar we een mooi uitzicht hadden op de 53 m hoge Grebbeberg en de uiterwaarden. We sloegen weer van de dijk af over het Vispad, een leuk smal weggetje tussen de landerijen door. We liepen Opheusden binnen. De oorspronkelijke bevolking van Opheusden bestond uit buitenlandse soldaten. Vermoedelijk Hongaren, die met de edelen meegekomen zijn, toen deze van de kruistochten terugkeerden. Hier in Opheusden waren al flink wat mensen actief. Waarschijnlijk vanwege de warmte hadden ze een tropenrooster ingevoerd.
Door een weids weideland bereikten we weer de Rijndijk. Hier kwamen drie wandelaars aangelopen, die trainden voor de Nijmeegse vierdaagse. Even verderop, juist voor het Linge-gemaal "Mr. G.J.H. Kuijk", sloegen we af. En volgden een graspad langs het Lingekanaal. Het gras was nog erg nat. Coos had geen waterafstotende wandelschoenen aan, waardoor ze snel natte voeten kreeg. We staken voor de laatste maal de Linge over en zagen deze rivier verder niet meer tijdens onze tocht.
Er kwam nu een leuk stukje. Over een oud kerkepad liepen we naar Hemmen. Het graspad was omzoomd met eikenbomen. Dit pad werd gekruist door een koeienpad. We troffen het dat juist een kudde koeien van dit pad gebruik maakten. Toen ze ons zagen bleven ze nieuwsgierig naar ons kijken. Opeens wist Coos hoe je ze makkelijk kon verjagen. Namelijk door even in je handen te klappen. In Zetten kochten we een pak Jogiedrink om onze dorst te lessen.
We kruisten bij Andelst de snelwegen A 15 en A 50 en kwamen in de prachtige bossen rond kasteel Loenen. De heerlijkheid Loenen is een landgoed van 99 ha. met een fraai afwisselend en kleinschalig landschap. Toen wij in Slijk-Ewijk van een liter sinaasappelsap aan het genieten waren kwam een wandelaar voorbijgelopen. Hij kwam uit Elden. Toen we hem aanspraken dacht hij eerst dat we hem zouden vragen op het aan trainen was voor de Nijmeegse vierdaagse. Hij vertelde dat hij de Nijmeegse vierdaagse eigenlijk alleen nog maar liep, omdat hij op de erelijst stond voor wat betreft het aantal malen dat hij had deelgenomen. Dat waren namelijk 44 keer. Hij liep eigenlijk het hele jaar door en liep ook tochten van WS78.
Over de Waaldijk bereikten we Oosterhout. Door deze plaats slingerde het parkoers flink, om via Huize Oosterhout weer op de Waaldijk uit te komen. Even voorbij Oosterhout kwamen we vier wandelaars tegemoet met zware rugzakken. Zij waren net bij de Waalbrug begonnen aan het Lingepad. Over een traject van de Nijmeegse vierdaagse bereikten we bij Lent de Waalbrug. Van hier zetten we koers richting Ubbergen. Bij de Pompweg week de markering af van de beschreven route.
Wij volgden de beschrijving van het wandelboekje. Hierbij liepen we dus langs een rood/ wit kruis ten teken dat we verkeerd liepen. We hadden er ook nu weer geen spijt van. Het weggetje liep omhoog en liep langs een aantal buitenlands uitziende huizen. Even verderop liepen we echt de bossen in. We kwamen in het natuurreservaat De Duivelsberg. Dit 117 ha groot en sterk geaccidenteerde bosgebied doet je denken alsof je in het buitenland liep. Via Berg en Dal kwamen we in Beek (gemeente Bergen) en kruisten daar het Pieterpad. Officieel eindigt het Slingerpad aan de grens. Dus liepen we ook naar het grenskantoor toe.
Hoewel hier geen bushalte stond hoorden we, dat we hier de bus konden aanhouden door de hand op te steken. Afwisselend werd de busdienst uitgevoerd door een Nederlandse- of een Duitse bus. Met de Niederrheinische Verkehrsbetriebe Aktiengesellschaft NIAG Moers werden we bij station Nijmegen afgezet en reisden we huiswaarts.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg