Voor de eerste keer organiseerde WS78 een wandeltocht in onze nieuwste provincie Flevoland
en wel in de plaats Almere. Omdat deze plaats vrij onbekend is als startplaats voor een
wandeltocht werd door menigeen vooraf gesuggereerd van wat hebben we nu als wandelaar
te zoeken in Almere. Maar deze uitspraak kwam veelal ook uit de mond van wandelaars die
nog nooit in Flevoland geweest waren. De uitzetters van deze tocht, Jo en Bert Pauw uit
Den Haag zeiden menigmaal dat veel mensen niet zullen verwachten wat voor fraaie tocht
hier wel niet te maken valt. Met deze wetenschap togen wij naar Almere.
De start op zaterdag 12 november 1988 was vanuit Sportcentrum Stad Almere.
De eerste km's voerden met name door
Stadspark Koningin Beatrix. De meeste wegen en paden hierin waren verhard hoewel ook
enige malen over graspaden werden gelopen. Via het grote stadhuis, dat door de
Amsterdamse architect Cees Dam werd gebouwd met het 55 meter hoge kunstwerk Stalen
Naald, werd het meer Weerwater bereikt. op 9 km werd de soeppost bereikt die gevestigd
was in het Natuur- en Milieucentrum 't Eksternest. Hier hingen bomen en berenklauwen aan
een touw, zodanig dat het leek alsof ze er normaal stonden.
Nu bereikten we het Kromslootpark dat als een van de hoogtepunten van deze tocht beschouwd
kan worden. Veelal over graswegen en paden voerde ons pad langs sloten en meren omzoomd met
rietkragen. Smalle bruggetjes met wat groenig bedekt mos zorgde soms voor gevaarlijke
slipsituaties. Een paar maal staken we dammetjes over. Over een asfaltdijk langs het
Gooimeer lazen we nog aanmoedigingskreten van de gehouden triatlon die dit parkoers
ook gebruikten.
In Almere Haven was de grote rust in een sportcafé naast een zwembad, waar saunatemperaturen
heersten. Nu werd koersgezet naar het tweede hoogtepunt van deze tocht, het Almeerderhout.
Hier dwaalden we veelal over graspaden of zandwegen door bossen en langs sloten. Vooral
zomereiken zorgden voor fraaie herfstkleuren. Af en toe liepen we langs vennetjes,
omzoomd door rietkragen.
Op 29 km werd de koffiepost bereikt bij een kaasboerderij. Deze was in een grote koeienstal
gesitueerd. Echte stadsmensen hielden het hier niet lang uit vanwege de koeiengeur. Een uur
voor onze komst alhier (wij werden als nr. 259 en 260 geregistreerd) was er een kalf geboren.
In een ander vertrek werd kaas verkocht. Veel wandelaars maakten hier gebruik van want de
gekochte kaas werd, indien gewenst, door de organisatie naar de finish vervoerd.
Hierna voerde het parkoers 3 km langs de fraaie Hoge Vaart. Langs deze vaart waren menige
inhammen die getraverseerd werden met leuke bruggetjes. In een schuilhut was op 34 km de
fruitpost. Voor de zoveelste maal voerde het parkoers verder door de bossen over natte
gras- en modderpaden. De paden waren zo modderig geworden door de neerslag van 25 om regen
in de voorgaande nacht.
Tijdens de wandeltocht bleef het gelukkig de gehele dag droog. Langs de oostkant van het
meer Weerwater en nogmaals het stadhuis werd de finish bereikt op 41,3 km. Samengevat kan
gesteld worden dat Almere zeer goed kan concurreren als startplaats ten opzichte van
plaatsen uit Noord- of Zuid-Holland.