datum: |
zaterdag 16 mei 1987
|
traject: |
Doetinchem - Millingen aan de Rijn
|
Om kwart voor acht vertrokken we van Hotel Wijnbergen. Het eerste stuk Doetinchem uit was niet zo fraai. Maar we moesten ook over een snelweg heen, de A15. We liepen langs het plaatsje Kilder en kwamen bij de beboste Hettenheuvel. Aan de bosrand hadden we een wijds uitzicht op o.a Doetinchem. Op de Hettenheuvel bereikten we een hoogste punt van 88m. Vervolgens dwaalden we lange tijd door de Bergherbossen. Zowel toen we de gemeente Bergh betraden, als dat we er uit gingen stond een bordje met daarop het wapen van Bergh. We staken de A12/E35 over en waren in Duitsland. Spoedig kwamen we in Hoch-Elten op 75m hoogte.
Hier bezochten we de Drusen-Brunnen, een 75m diepe waterput. Tot 1936 zorgde deze waterput voor de watervoorziening van Hoch-Elten. De Romeinse veldheer Drusus heeft hem door krijgsgevangenen laten graven, teneinde de watervoorziening van zijn legioen veilig te stellen. De put is van beneden naar boven gemetseld. De put, waaromheen een huis is gebouwd, werd door een dame van 83 jaar nader verklaard. Ze sprak ook Nederlands, omdat Elten van 1949 tot 1963 Nederlands grondgebied was. Na een bord Rindfleisch-suppe mit Einlage vervolgden we onze tocht.
Even verderop was een douanekantoor en een douane-employé vroeg of we het Pieterpad liepen. Dit bevestigden we. Daarop vroeg ik voor onze stempelkaart een stempel en dit werd een mooie stempel. In Spijk dronken we nog koffie in een plaatselijk café en we hoorden dat hier veel Pieterpad-wandelaars langs kwamen.
Het plaatsje Tolkamer, even verderop bleek nogal toeristisch te zijn. Hier in Tolkamer, de naam zegt het al, vindt de inklaring plaats van het vrachtgoed, dat over de rivier wordt vervoerd. Al sinds jaar en dag. Vroeger heette dat gewoon "tol", nu praten we over invoerrechten en accijnzen. Zo goed als bij het internationale wegtransport is er ook te water veel vereenvoudigd, waardoor niet ieder schip meer behoeft aan te leggen. Toch doen veel schippers dat nog om uiteenlopende redenen. Dagelijks passeren hier wel duizend schepen.
We liepen Tolkamer uit onder het ongenot van enige regenbuien. De asfaltweg ging over in een graspad en uiteindelijk stond er een paal met VEER. Er was geen aanlegsteiger te zien zoals in de roetebeschrijving stond. Wanneer er voor de heenreis, d.w.z. van Millingen naar Tolkamer, geen passagiers zijn, speurt de veerman door zijn verrekijker of er aan de overkant wel mensen staan te wachten. Het is dus zaak zich op de vereiste tijd op de plek voor de afvaart te bevinden. We bleven ruim 20 minuten wachten. Rond 3 uur kwam de pont, die wandelaars, fietsers, bromfietsers en zelfs motoren overzette. Nu zette hij alleen ons over. In Millingen aan de Rijn was ons overnachtingsadres in Hotel Millingen-centrum.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|