Dit is het wapen van Nieuweschans. Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl
Terug naar de gemeente Reiderland Terug naar de homepage van Henri Floor Geschiedenis van Nieuweschans

Nieuweschans (Gronings: Schanze; Duits: Neuschanz) is een grensplaats en kuuroord in de gemeente Reiderland (provincie Groningen). In het verleden is Nieuweschans een aparte gemeente geweest. Op 1 januari 2004 had Nieuweschans 1.510 inwoners. Het station Nieuweschans ligt feitelijk in Oudezijl, een buurtschap dat aan de andere kant de Westerwoldse Aa ligt. Oudezijl wordt dikwijls bij Nieuweschans gerekend.
Locatie van Nieuweschans binnen de gemeente Reiderland
Het is de meest oostelijk gelegen plaats van Nederland en tevens de meest noordelijk gelegen grensplaats. De A7 vanuit de stad Groningen sluit hier aan op de A280 bij Bunde in Duitsland. In 2002 is de spoorlijn Nieuweschans – Leer (Oost-Friesland) heropend.
Te water is Nieuweschans bereikbaar via de Westerwoldse Aa en het B.L. Tijdenskanaal die even uit ten zuiden vent dorp uitmondt in de eerst genoemde waterweg. Beide kanalen zijn in gebruik bij de pleziervaart.
Sinds 1985 is Nieuweschans een kuuroord. In de bodem onder de oude vesting op 600 meter diepte heeft men namelijk zout bronwater gevonden. Het water bevat ook veel mineralen en wordt rechtstreeks uit de bron opgepompt naar het kuurbad.
In Nieuweschans is ook een cartonagefabriek gevestigd van Kappa Triton. Deze fabriek is begonnen als Strokartonfabriek de Dollard, tegenwoordig wordt oud papier als grondstof gebruikt.
Twee Landelijke fietsroutes beginnen of eindigen in Nieuweschans. dat zijn de LF 9 NAP-route en de LF 10 Waddenroute. De recreatieve fietsroute de internationale Dollardroute passeert Nieuweschans eveneens

Geschiedenis
Door overstromingen zijn in de 14e en 16e eeuw grote stukken land door de Dollard verzwolgen. Vanaf die tijd begon men door zowel actieve inpoldering, als natuurlijke aanslibbing de zee terug te dringen. Hierdoor werd ook het strategisch belangrijke grensgebied uitgebreid. De Nieuwe- of Langeakkerschans werd aangelegd in 1628, ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog, toen de plaats nog aan de Dollard lag.
Deze nieuwe schans was ontworpen door ingenieur Matthijs van Voort en kreeg de vorm van een regelmatige vijfhoek met bastions, omgeven door wallen en een gracht. Binnen de schans werd een regelmatig stratenpatroon aangelegd, met in het midden een exercitieterrein. Ten noorden werd een sluis aangelegd om het gebied onder water te kunnen zetten (inundatie). In de 17e en 18e eeuw werd de vesting nog versterkt en uitgebreid.
Door inpolderingen kwam de schans steeds verder landinwaarts te liggen en verloor hij zijn functie. In 1815 vertrok het Nederlandse garnizoen en in 1870 werd bij Koninklijk Besluit bepaald dat Nieuweschans geen vesting meer was. In 1882 werden de vestingwerken geslecht en de grachten gedempt.
Na aanleg van de spoorlijn brak een tijdperk van industrialisatie aan. Vooral landbouwindustrieën vestigden zich hier. In de zeventiger jaren is men begonnen met de reconstructie van de vesting. Sinds 1974 is de kern van het dorp een beschermd dorpsgezicht.

Monumenten en musea
De Hoofdwacht
Nieuweschans heeft een aantal een monumenten. De Hoofdwacht dateert uit 1631 en bevindt zich aan de Voorstraat. Verder zijn er ook een monumentale woonhuizen aanwezig. De locomotievenremise dateert uit 1876 en is nog goed herkenbaar. Tegenwoordig is er een bronsgieterij en een cultureel centrum, met expositieruimte en koffieschenkerij, in gevestigd. De Nederlands Hervormde kerk dateert uit 1751 en was in gebruik als garnizoenskerk. Ook is de oude synagoge nog aanwezig en een Joodse begraafplaats. In Nieuweschans is het vestingsmuseum gevestigd.
Dit is het wapen van reiderland. Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl
Landschap
Nieuweschans ligt in polderland dat ontstaan is door landaanwinning in de Dollard. De kwelders van de Dollard slibten hoog op en konden na verloop van tijd worden ingedijkt. Nieuweschans ligt op knooppunt van dijken van verschillende polders: •
Het Bunder Neuland, ingedijkt in 1605, ten zuidoosten van het dorp •
De Linteloopolder, ten oosten van het dorp •
De Spitlanden, ingedijkt in 1657, ten westen van het dorp. •
De Charlottenpolder, ingedijkt in 1682, ten oosten van het dorp •
De kroonpolder, ingedijkt in 1696, ten noordwesten van het dorp •
De Süder Christian Eberhardspolder, ingedijkt in 1705, ten noordoosten van het dorp.
De polders bestaan grotendeels uit grootschalig akkerland. Daarnaast is er ook bos- en natuurgebied in de omgeving van Nieuweschans.
Ten oosten van Nieuweschans, tussen A7 en de spoorlijn ligt het Nieuweschanskerbos, ten zuiden daarvan, tussen de Westerwoldse Aa en de A7 liggen de A-dijken, en ten zuiden daarvan, ten oosten van het BL Tijdenskanaal en de rijksgrens ligt het Bos op Houwingaham. Al deze bos- en natuurgebieden zijn in eigendom van Staatsbosbeheer.

Nieuweschans neemt in de gemeente Reiderland een wat aparte positie in. Het is geen boerendorp zoals de andere kernen, maar een vesting. De Groningse stadhouder Ernst-Casimir stichtte in 1628 aan de Duitse grens de vesting Nieuweschans, omdat de rijksgrens door verschillende inpolderingen erg open kwam te liggen. Verder zuidelijk werd de grens toen gevormd door het uitgestrekte Bourtangermoeras, dat slecht toegankelijk was en dus veel minder risico met zich meebracht. De vesting lag vanuit Nederland gezien erg afgelegen: er was slechts één trekpad naar Winschoten. Pas in 1866, door de totstandkoming van de spoorverbinding met Groningen, werd de bereikbaarheid sterk verbeterd. Gezien de ligging pal op de grens is het daarom niet zo vreemd dat de contacten met buurland Duitsland altijd erg hecht zijn geweest en er vaak zelfs meer in marken dan in guldens werd verhandeld.
In de negentiende eeuw verloor Nieuweschans als vesting steeds meer aan betekenis en in 1870 werd de vestingsfunctie bij koninklijk besluit opgeheven. In de daarop volgende decennia werden de vestingwerken langzaam ontmanteld, waardoor de mogelijkheid ontstond om het dorp uit te breiden. Ook de industrialisatie liet zijn sporen na: in 1887 werd de strokartonfabriek 'De Dollard' opgericht, die tot de grootste van het land behoorde.
In de Tweede Wereldoorlog werd Nieuweschans door terugtrekkende Duitsers grotendeels verwoest, maar een aantal karakteristieke monumenten uit de vestingsperiode zijn gelukkig bewaard gebleven. De bereikbaarheid is inmiddels sterk verbeterd door de aanleg van de snelweg A7. Net over de grens geeft deze weg aansluiting op de Duitse A31, de noord-zuidverbinding naar het Ruhrgebied. In 1975 ontstonden plannen om bij Nieuweschans een kuuroord te ontwikkelen, nadat een Duitse onderzoeker vermoedde geneeskrachtige zoutlagen en mineraalwater in de bodem aan te kunnen treffen. Na aanvankelijke scepsis van Nederlandse zijde werden in 1980 toch enkele proefboringen gedaan en op 633 meter diepte werd inderdaad het heilzame water gevonden. Vervolgens werd in Nieuweschans 's lands eerste kuurcentrum gebouwd. Het werd in 1985 geopend en is wegens groot succes al diverse malen uitgebreid.
Het Bourtangermoeras is een voormalig groot veengebied in Oost-Drenthe en Oost-Groningen en aangrenzend Duitsland. Het is vanaf de Middeleeuwen grotendeels ontgonnen, waardoor er aan het begin van de 21e eeuw slechts kleine restanten van over zijn.
]
Omvang
Het Bourtangermoeras had de vorm van een V. De westelijke poot besloeg het oerstroomdal van de Hunze, werd in het westen begrensd door de Hondsrug, en strekte zich in het noorden uit tot bij Groningen. De oostelijke poot lag in het stroomdal van de Eems. De zuidpunt van het gebied lag bij Lingen. Tussen de beide poten lag Westerwolde. Het moeras was ten tijde van zijn grootste uitbreiding 3000 km² groot. Het lag voor tweederde in wat tegenwoordig Nederlands grondgebied is en voor eenderde in wat nu Duitsland is. Verreweg het grootste deel van het moeras bestond uit hoogveen.

Ontstaan
Het Bourtangermoeras ontstond rond 5000 voor Chr.. Het gebied van de huidige veenkoloniën was voor die tijd bewoond, getuige de bodemvondsten zoals die bij Hoetmansmeer. Het betrof hier rondtrekkende nomaden uit de Midden steentijd. Deze bevolking werd verdreven door het steeds groter wordende veengebied. Het gebied was slecht toegankelijk geworden. Bij Valthe en Ter Apel zijn resten van veenbruggen gevonden, daterend van de Nieuwe steentijd tot de ijzertijd.
Het veen heeft ook een militaire functie gehad. Op plaatsen met doorgangen door en langs het veen werden schansen gebouwd. Bourtange, Oudeschans en Nieuweschans in de provincie Groningen en de Emmer- en Valtherschans in Drenthe zijn hier voorbeelden van. Vooral tussen 1680 en 1850 werd deze beschermende werking van dit moerasgebied tegen aanvallen uit het oosten belangrijk geacht.

Ontginning
De ontginning van het veen gebeurde aanvankelijk alleen aan de rand van het gebied. Vermoed wordt dat turf als brandstof al zeer oud is. Bij ontginningen in de tweede helft van de Middeleeuwen speelden kloosters een belangrijke rol, met name die van Aduard en Essen.
Het veen werd ook ontgonnen voor de landbouw. In de Middeleeuwen werd het veen aan de randen van het gebied ontwaterd voor het verbouwen van rogge. De ontwatering zorgt er voor dat er een proces van vertering opgang komt waardoor de bodem daalt. Hierdoor konden tussen 1360 en 1500 in het noordoosten van het gebied grote stukken door de Dollard worden weggeslagen.
In de 16e eeuw komt de grootschalige veenontginning opgang. De Friese methode van vervening waarbij gebruikt gemaakt wordt van kanalen en wijken wordt hier geïntroduceerd. De eerste verveningen gebeuren langs de Hunze, dichtbij de stad Groningen. De turf wordt over dit riviertje afgevoerd. Groningen heeft veel behoefte aan brandstof en de turf uit het Bourtangermoeras is een belangrijke factor voor de economische groei van de stad. In de 17e eeuw krijgt Groningen Westerwolde in handen, en kan de vervening nog grootschaliger worden aangepakt. Johan de la Haye en Johan Sems ontwerpen een grenslijn door het veen die van Wolfsbarge aan het Zuidlaardermeer in een een rechte lijn naar Ter Apel gaat. Deze lijn wordt de Semslinie genoemd en vormt de grens tussen Groningen en Drenthe.
Het Stadskanaal, dat in de 18e eeuw gegraven wordt, volgt deze Semslinie grotendeels. Dit kanaal wordt de belangrijkste transportroute bij het ontginnen van het veen. In de 19e eeuw is het een druk bevaren vaarweg. De gebieden die ontgonnen zijn worden veenkoloniën genoemd.
De ontginningen leiden er wel toe dat het resterende moerasgebied droger wordt. Dit ondergraaft de militaire functie van de oostelijke tak. Bij Bourtange worden daarom dijken aangelegd om het water beter vast te kunnen houden.
Bovendien arriveren er kolonisten uit Duitsland, die op het veen boekweit gaan verbouwen. Om de grond hiervoor geschikt te maken, wordt het veen eerst afgebrand. Vanwege de overlast die dit geeft wordt dit in 1925 verboden.
In de negentiende eeuw krijgt turf als brandstof concurrentie van steenkool. De winsten van het verveningsbedrijf nemen daardoor af. In deze tijd wordt ook de verlengde Hoogeveense Vaart gegraven, waardoor ontginningen in de zuidelijke punt van het Bourtangermoeras een hoge vlucht nemen. In de 20e eeuw is niet turf, maar turfstrooisel het belangrijkste product van het veen. In de resterende veengebieden worden geen wijken meer gegraven, maar wordt het veen per smalspoor naar de turfstrooiselfabriek gebracht. Vandaar wordt het verder getransporteerd per stoomtram van de DSM, en per vrachtauto. Nadat het Amsterdamse veld is afgegegraven komt de vervening in Nederlandse deel van het Bourtangermoeras ten einde. Dit laatste verveende gebied maakt deel uit van het natuurgebied het Bargerveen. In het Duitse deel van het gebied vinden aan het begin van de 21e eeuw nog wel verveningen plaats.


Stichting van de vesting Nieuwe-Schans
Periode tot 1795
Ernst Casimir, graaf van Nassau, stichtte in 1628 de vesting Nieuwe-Schans, ook wel de Langakkerschans genoemd. De vesting werd gebouwd omdat door de indijking van de Lange Akkeren en de inpoldering van het “Bunder Neuland” in 1605, de Rijksgrens te veel open lag. Op een oude kaart staat de vesting afgebeeld in de vorm van een vijfpuntige ster, geheel omgeven door een gracht met twee toegangspoorten.
Het vervoer van en naar Nieuweschans vond over het algemeen plaats door postwagen en trekschuit. In 1695 kwam het trekpad tussen Winschoten en Nieuweschans tot stand. Op deze trek- en wagenweg was een tol geplaatst.
Het gebied rond het fort werd door overstromingen van de Dollard (vermoedelijk ontstaan in 1375-1390) regelmatig onder water gezet. Nieuweschans werd echter gespaard bij de grote watervloed die in de kerstnacht van 1717 een groot deel van de provincie overstroomde en waarbij 2276 mensen het leven verloren.

Eerste gemeente Nieuweschans geboren
Periode 1795-1811
In 1795 trok een voor het Frans leger vluchtend korps met 400 Engelse soldaten de vesting binnen na eerst de omgeving geplunderd en personen mishandeld te hebben. De Fransen namen nog datzelfde jaar de vesting in.
De Republiek der Nederlanden hield door de overwinning van de patriotten met behulp van de Fransen op te bestaan. De Republiek werd vervangen door de Bataafse Republiek. Met de Bataafse Republiek ontstond een gecentraliseerde staat naar Frans model.
In 1806 hield de Bataafse Republiek op te bestaan en werd Nederland een koninkrijk, met aan het hoofd de tot koning gebombardeerde Lodewijk Napeleon.
Terwijl van 1798 af de provinciale plaatselijk besturen hadden gefunctioneerd en Nieuweschans toen deel uitmaakte van Beersterhamrik, kwam op 31 mei 1808 een geheel nieuwe indeling tot stand, als uitvloeisel van de eerste Nederlandse Gemeentewet van 1807. De plaatselijke besturen verdwenen, de eerste gemeente Nieuweschans werd geboren. Tot de gemeente behoorden Vriescheloo, Blijham, Bellingwolde, De Bult, Oude Schans en Nieuweschans. Bij koninklijk besluit van 14 oktober 1808 werden de namen van de benoemde burgemeesters (maires) en hun secretarissen bekend gemaakt. Voor Nieuweschans werd Unico Aaldriks te Vriescheloo burgemeester en Jacobus Heeres te Oude
Schans, secretaris.

Nieuweschans groeit; aantal inwoners verdubbeld
Periode 1811-1900
Bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 werd de territoriale begrenzing der gemeenten wederom gewijzigd. Het territorium van Nieuweschans werd drastisch verkleind, waardoor slechts overbleef het gebied van Nieuweschans plus Bellingwolde-Noord met een bevolking van 711 inwoners en een oppervlakte van 774 bunder. Maire werd Elzard H. Engelkens en adjunct Jan J. Mulder. Na 1813 werden de maires in de steden omgedoopt tot burgemeester en op het platteland tot schout.
Na 1812 was er geen sprake meer van de legering van een geregeld garnizoen. De vesting verloor langzamerhand zijn betekenis.
In 1819 ontstond door een sterke daling van de graanprijzen de eerste landbouwcrisis. Ook in Nieuweschans, waar de invloed van de boeren op de rest van de bevolking erg groot was (een bekend gezegde in die tijd was: Nieuweschans wordt geregeerd door de hamdijk), waren de gevolgen van de crisis voelbaar.
Omdat de boeren de gevolgen op de arbeiders probeerden af te wentelen, werden deze zwaar gedupeerd. Vanaf 1825 had de Groningse boer ook nog te maken met andere tegenslagen, waaronder de watersnoodramp van 1825 en de slechte oogsten als gevolg van de koude en natte zomers 1827-1829. Na 1935 werd de situatie weer gunstiger.
De huidige rijksgrens werd middels een grenstraktaat op 2 juli 1824 te Meppen vastgesteld.
In de oudejaarsnacht van 1833 werd de gemeente door een ernstige overstroming getroffen. De landerijen te Hamdijk kwamen ca. 2 meter onder water te staan.

Op 29 juni 1851 werd de Gemeentewet ingevoerd. Hierin werd vastgelegd dat het gemeentebestuur zou bestaan uit de burgemeester, het College van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad. De heer C.G. Plaat was in 1851 burgemeester. Het nieuwe gemeentebestuur telde 7 leden. Uit hun midden werden de heren Post en Dijkema tot wethouder gekozen. Het inwonertal van Nieuweschans bedroeg 955 personen.
In 1866 kreeg Nieuweschans zijn spoorwegverbinding en
in 1887 werd de strokartonfabriek “De Dollard” opgericht, die tot de grootste van het land behoorde.

Bij koninklijk besluit van 8 augustus 1870 werd bepaald dat Nieuweschans zou ophouden vesting te zijn. de gehele procedure van de ontmanteling heeft zich in ruim 35 jaar voltooid. Nieuweschans kreeg in deze periode eindelijk de mogelijkheid te groeien. In betrekkelijk korte tijd was dan ook het aantal inwoners verdubbeld.
De tweede landbouwcrisis vond plaats in de jaren 1878-1895 door de invoer van goedkoop Amerikaans graan. Het gevold was grote armoede, vooral in de winter. Nieuweschans “een lichtend voorbeeld van nationale betekenis” Periode 1900-1989
Voor de eerste wereldoorlog was Nieuweschans erg op Duitsland aangewezen. De handel vond vaker in marken dan in guldens plaats.
In 1900 bedroeg het aantal inwoners 1575. De volkstelling van 31 december 1910 wees uit dat Nieuweschans 1873 inwoners telde. In 1919 waren dit er 2042.
Ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan werd op 22, 23 en 24 juni 1928 in Nieuweschans uitbundig feest gevierd.
Tweede Wereldoorlog
In 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Op 10 mei van dat jaar vond de grootste inval van de Duitsers in het noorden plaats via de grensovergang Nieuweschans. Op 23 april 1945 werd Nieuweschans van de Duitsers bevrijd. Het dorp was verwoest en geplunderd.
Bij koninklijk besluit van 12 april 1950, werd aan Nieuweschans een wapen verleend en in 1972 kreeg Nieuweschans zijn eigen vlag. In het nationale monumentenjaar 1975 werd Nieuweschans met 10 andere gemeenten aangewezen als “een lichtend voorbeeld van nationale betekenis”. Een van de belangrijkste monumenten is de oude Hoofdwacht met torentje.
In maart 1975 kwam Nieuweschans in het nieuws door de plannen om in deze gemeente een kuuroord te ontwikkelen; de kans dat de bodem geneeskrachtige zoutlagen en mineraalwater zou bevatten, werd reëel geacht. Vanaf 1980 vonden er een aantal proefboringen plaats en diverse (markt-)onderzoeken plaats. Eind 1985 werd de eerste gerealiseerd. Op 25 augustus 1989 werd het Kuurcentrum Nieuweschans officieel door H.M. de Koningin geopend.
In 1980 werd de heer Arlman benoemd tot burgemeester. Hij zou de laatste zijn. Op 1 januari 1990 zijn de drie gemeenten Beerta, Finsterwolde en Nieuweschans heringedeeld tot de nieuwe gemeente Beerta. De gemeente heeft per 1 juli de naam Reiderland gekregen.

Bron: Inventaris van de Archieven van de gemeente Nieuweschans

naar de top van deze pagina