Terug naar de homepage van Henri Floor Beetsterzwaag en omgeving


Geschiedenis van Beetsterzwaag

Wapen van Beetsterzwaag Ontstaan
Aan de rand van de Wouden ligt het dorp Beetsterzwaag. De naam Beetsterzwaag verklaart de oorsprong van het dorp: de 'sweach' waren de laaggelegen weidegronden behorend bij het vroegere Oud Beets. 'Beet' verwijst naar de Boorne, de beek die tegenwoordig het Oud- of Koningdiep wordt genoemd. In de loop der tijd heeft het zwaartepunt van de bebouwing zich verplaatst van Beets naar Beetsterzwaag.

Het vroegere lintdorp had een belangrijke functie in de streek. Sinds 1536 werden hier de jaarmarkten van zowel de gemeente Smallingerland als Opsterland gehouden.

Het dorp Beetsterzwaag ligt op de zandrug tussen het Koningsdiep in het zuiden en de Drait in het Noorden. De voorname sfeer van het dorp en de omgeving is te danken aan de veen-adel die zich in de negentiende eeuw hier vestigde. In die tijd bezaten vijf adellijke families uit Beetsterzwaag ruim 16.000 hectare grond in de omgeving. De patriciërs met namen als Van Teyens en Lycklama à Nijeholt lieten de vele herenhuizen met de zogenaamde overtuinen aanleggen.

Beetsterzwaag was vroeger een aanzienlijk dorp. Niet omdat het zoveel inwoners had, maar door de adel die het aanzien van het dorp bepaalde. Ook nu nog heeft het dorp dit karakter, gelegen te midden van uitgestrekte bossen en heidevelden en met een ”Hoofdstraat” die zich kenmerkt door historische panden en prachtig aangelegde tuinen. De Hoofdstraat is evenals “buorren” minstens drie en een halve eeuw oud en de historische panden zijn stille getuigen van de rijke adel in de 18e en 19e eeuw.

Omgeving
Beetsterzwaag kenmerkt zich vooral door zijn fraaie bossen. Een van de bekendste gebouwen dat Beetsterzwaag rijk is, is Lyndensteyn. Dit uit 1821 stammende zomerverblijf van de familie Van Lynden is later door de familie ondergebracht in de Corneliastichting. Deze stichting, genoemd naar de jong overleden Cornelia van Lynden, moest een gratis ziekenhuis voor Friese kinderen in stand houden. Nu dient het oude herenhuis als revalidatiecentrum. Andere historische gebouwen in de hoofdstraat zijn: Bordena (1858), Lycklamahûs (1824), Fockensstate (1879), Kantongerecht (1811) en Harinxmastate. Een paar honderd meter uit de bebouwde kom ligt, tegen de bos aan, het landgoed Lauswolt dat nu dient als hotel, waar in januari 2007 de 'geheime' besprekingen plaats vonden voor de kabinetsformatie. In Lauswolt is het fameuze restaurant 'De Heeren Van Harinxma' gevestigd.

Wetenswaardigheid
In de eerste week van 2007 komt het dorp opeens prominent in het nieuws doordat er formatie-besprekingen voor het nieuwe kabinet plaatsvinden tussen CDA, PvdA en de ChristenUnie. Jan Peter Balkenende, Wouter Bos en André Rouvoet overleggen er achter gesloten deuren op landgoed Lauswolt onder leiding van informateur Wijffels.

Feiten
Beetsterzwaag is een van de zestien dorpen in de gemeente Opsterland. De Friese benaming is "Beetstersweach".
Beetsterzwaag ligt in de provincie Friesland. Rijd je van Heerenveen naar Drachten, dan dien je vlak voor Drachten afslag 28 (Beetsterzwaag, Nij Beets) te nemen.
Het ligt ca. 8 kilometer van Drachten en ca. 20 km van Heerenveen. Voor de freaks, de coördinaten zijn: 530,41 NB/60,51 OL.
Het dorp telt ongeveer 3650 inwoners. De grootste leeftijdcategorie is 20 jr. - 64 jr. (55%). Ook voor ouderen is het hier goed toeven. 23% van de bevolkingsgroep is 65 jr. of ouder (opgave 1-1-2009). Beetsterzwaag telt ca. 1600 huizen. Van deze 1600 huizen is 65% een koopwoning en 35% een huurwoning.
Beetsterzwaag ligt ingesloten in een van de weinige bosrijke gebieden die Friesland rijk is. Enerzijds is een natuurgebied mooi, anderzijds geeft dit voor de uitbreiding van het dorp veel belemmeringen. Tot zelfs in de gemeenteraad wordt hierover heftige strijden gestreden door voor- en tegenstanders voor uitbreiding van het dorp. Uitbreiding betekent immers behoud en verbetering van faciliteiten maar dit gaat ten koste van het bos.
Waneer het maar even mooi weer is, merk je dat Beetsterzwaag door vele toeristen wordt bezocht voor een heerlijke boswandeling of een fietstocht. Uiteraard na afloop lekker uitrusten en genieten. Gelukkig zijn er voldoende restaurants en terrasjes om lekker na te praten.


Groene parels aan een blauw snoer
Het project ‘Groene Parels aan een Blauw Snoer’ is van toepassing op het landschap in de nabijheid van Beetsterzwaag met landgoederen en bossen op de flanken van het Koningsdiep. Het is in Fryslân een uniek landschap: een parel die nog te weinig wordt gewaardeerd.

In het landschap zijn diverse eigenaren actief die verschillende achtergronden en deels verschillende doelen hebben. Gemeenschappelijk is hun ambitie om de eigenheid, herkenbaarheid en natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het gebied te behouden, zo nodig te herstellen en waar mogelijk te versterken. Om dat te realiseren, hebben ze gekozen voor het opstellen van een gezamenlijk toekomstplan. Ook dat is uniek.

Het gebied bezit een rijke historie die niet alleen nog goed herkenbaar is. Het is ook de moeite waard om die te behouden of te herstellen.

De volgende landschapstypen zijn in het projectgebied herkenbaar:
Het kleinschalig agrarisch cultuurlandschap: met singels, wallen en kleine bospercelen. Veel van deze elementen zijn verdwenen.
Het veenweidegebied: een wijds en open gebied dat belangrijk is voor de boeren en voor veel (weide)vogels.
Het beekdal van het Koningsdiep: een door bos en heide omsloten graslandgebied dat boeren gebruik(t)en als hooi- en weiland.
Het landgoederenlandschap rondom Beetsterzwaag: een landschap waarin de geschiedenis een belangrijke rol speelt. De statige aspecten van dit landschap moeten we in stand houden. Om dat te kunnen realiseren, is onderhoud en herstel noodzakelijk.
Het heidelandschap: een prachtig landschap, maar geen eentonige heide. Dit landschapstype kenmerkt zich door veel variatie.
De natuurgordel bij Hemrik en Lippenhuizen: een gevarieerd gebied dat zich vooral kenmerkt door bos dat grenst aan het beekdal.
Een derde van het projectgebied bestaat uit bos. Dit bos is eigendom van een groot aantal eigenaren. In het verleden gaven de verschillende eigenaren een eigen invulling aan het bosbeheer. Zo is een grote verscheidenheid in bosbeelden ontstaan. Deze eigen invulling staat niet ter discussie. Het is belangrijk om het bosgebied duurzaam in stand te houden. Ongewenste ontwikkelingen en soorten moeten bestreden worden.

In het projectgebied komt één groot heidegebied voor: de Lippenhuisterheide. Daarnaast zijn er tal van kleine heidegebiedjes in het bos te vinden. Heide is een cultuurlandschap dat alleen door gericht beheer in stand gehouden kan worden. Heide is geen eenvormig landschap. Het ideale heideterrein bestaat uit een kleinschalig mozaïek van verschillende heidestadia, plekken met open zand, reliëf, grassen en verspreid staande bomen en struiken. Aandachtspunten bij beheer zijn: het tegengaan van successie, het tegengaan van isolatie en het vergroten van de dynamiek.

De landbouw is altijd een belangrijke economische pijler geweest in het plangebied. De landbouw kent een voortdurend proces van schaalvergroting. In een deel van het gebied ondervindt de landbouw geen problemen. In een ander deel stuit de schaalvergroting op natuurlijke handicaps. Hier is het belangrijk om mogelijkheden voor verbrede landbouw te scheppen, waarin nevenactiviteiten als natuurbeheer hun plaats krijgen. Vooral het dal van het Koningsdiep biedt hiervoor mogelijkheden.

Het gebied heeft een bijzondere aantrekkingskracht op recreanten. Vooral in de weekenden komen recreanten uit de wijde omtrek naar Beetsterzwaag. De aantrekkingskracht heeft natuurlijk te maken met het unieke karakter van het gebied. De grondeigenaren hebben gemengde gevoelens over recreatie. Aan de ene kant waarderen ze dat bezoekers genieten van hun gebieden. Aan de andere kant hebben ze te maken met ongewenste activiteiten, vernielingen en onrust. Vanuit het groeiende Drachten, dat direct naast het projectgebied ligt, neemt de recreatieve druk vermoedelijk nog toe. De situatie waarin alles kan - door het ontbreken van goede structuren, routes en toezicht - moet verdwijnen. Dit kan alleen door te zoneren, goede parkeerplaatsen aan te leggen en gebruikersgroepen te benoemen waarvoor in de toekomst voorzieningen worden aangelegd. Niet alleen voelen de gebruikers zich zo meer als gast op andermans eigendom, hopelijk gaan ze zich ook zo gedragen. Daarbij moet ervoor worden gezorgd dat recreanten de juiste informatie krijgen over de gebruiksmogelijkheden en de werkzaamheden die worden uitgevoerd.

Het waterbeheer is van eminent belang voor het gebied. Dat geldt zowel voor de kwaliteit als voor de kwantiteit. Daarnaast is ook de fysieke structuur - oftewel de vorm van de beek - belangrijk. Het Koningsdiep heeft in het plangebied grotendeels nog de loop die het in het begin van de vorige eeuw ook had. Om in de toekomst de stromende beek weer goed te laten functioneren, zijn aanpassingen van het watersysteem nodig, die goed passen bij de ecologische, landschappelijke en andere doelstellingen


Olterterp St. Hyppolytuskerk Olterterp

Volgens de deskundigen dateert de kerk uit 1414/1415
Voordien heeft een ander kerkgebouw gestaan en wel ten zuiden van de weg Olterterp-Ureterp. Een vervallen kerkhofje schuin achter een der boerderijen herinnert eraan.

Nadien werd de kerk gebouwd op de huidige plaats en dat moet gebeurd zijn in het begin van de 15e eeuw,en wel in 1415, een kerk vooralsnog zonder toren. In de torenklok is het jaartal 1414 te vinden. Het merkwaardige stuk Bremersteen, halfrond met een kruis erin dat zich in het interieur bevindt, is nog een paar honderd jaar ouder en kan een overblijfsel zijn van de eerste kerk. Het jaartal 1718 en de letters INRI zijn later aangebracht. Die torenklok van 1414 heeft tot 1744 in een klokkenstoel gehangen, want toen is de toren voor 500 Carolus guldens gebouwd zoals men het duidelijk daarop kan lezen.

Aan de spitsbogige ramen en dichtgemetselde openingen kan men verschillende bouwstijlen opmerken. In het interieur vallen o.a de rouwborden en imposante banken op. Ook het koorhek en de grafzerken zijn bezienswaardig. De preekstoel met een koperen zandloperhouder wordt gestut door een adelaar en vertoont beeldhouwwerk van Mozes en de vier Evangelieschrijvers. Mozes draagt de wetstafels, Mattheus is er met de engel, Markus met een leeuw, Lukas met een os en Johannes met een adelaar.

Men weet niet, althans niet uit geschriften, wanneer er wijzigingen in en aan het kerkgebouw zijn aangebracht, maar wel dat er restauraties waren in 1913 en 1974. Beide zijn ingrijpend geweest, die van 1974 heeft de opstelling van preek stoel en banken weer teruggebracht tot die van voor 1913, waardoor de hele koorruimte weer vrijgekomen is.

De geschiedschrijver Winsemius laat ons de oudste vermelding over het bestaan van Olterterp na. Hij schrijft: “ ten Oosten van Beetsterswage geleghen is een cleyn Dorp met een Parochije Kercke sonder Toorn ter eeren van Sint Hippolytus ghestigt, heeft eertijds op het ruyme Velt ghestanden en de is naderhant omtrent de huysen ghebouwet”.

Wij weten ook dat de pastoor boerde op een kerkbezit van 20 pondemaat. Bovendien genoot hij 2 carolus gulden per Olterterps huis (7) en hij mocht 2 dagen gratis turf steken per jaar.

Voor de reformatie was er dus een pastoor in Olterterp. Er was er ook een in Beetsterzwaag en een in Oud-Beets. In 1580, het jaar van de grote reformatorische ommekeer in Friesland zijn de drie parochies omgezet tot een protestantse gemeente met een predikant. Lang zijn er 3 separate kerkvoogdijen geweest. Tegenwoordig is het kerkgebouw niet meer in beheer bij de kerk, maar bij de Plaatselijke Commissie van de stichting “Alde Fryske Tsjerken.”

In de vorige eeuwen werd er zomers en winters in Olterterp gekerkt. In de vorige eeuw is daarin de klad gekomen. Het gebruik werd beperkt tot maar enkele diensten in de zomer en het kerkje raakte in de vergetelheid

De herontdekking is te danken aan de activiteiten van de “Stichting Olterterp”, die er sinds 1964 concerten, tentoonstellingen en toneel organiseerde.

Er worden nu ‘s zomers kerkdiensten per jaar gehouden. De kerk is zeer in trek voor huwelijksdiensten. Ook anderen dan de “Stichting Olterterp” gebruiken de kerk voor concerten en tentoonstellingen.

Sint Hyppolytus
Wij weten niet zeker of Sint Hyppolytus de Heilige is die men voor de schutspatroon van deze kerk heeft gehouden. Deze Hippolytus was een vermaard kerkvader van omstreeks 200 te Rome. Hij werd zelfs tot tegenpaus gekozen in de dogmatische twisten die toen ook al gaande waren. Hij is verbannen geweest naar de mijnen van Sardinie en werd later door de kerk als martelaar vereerd.

Hij vond ook dat aan vrouwen toegestaan moest worden om zijn werken te lezen. Hij schreef o.a. commentaren op het Hooglied en het bijbelboek Daniel en hij leverde een belangrijke inbreng bij het vaststellen van de kalender.
Kerk Oud Beets

Ooit heeft in Oud Beets (net buiten Beetsterzwaag) ook een kerk gestaan. Deze kerk moet reeds in 1189 zijn geplaatst. Oud Beets bestaat als dorp niet meer maar in de middeleeuwen moet het dorp Beets (later oud Beets) een welvarend en levendig dorp zijn geweest. De kerk moet in die tijd zijn vorm hebben gekregen zoals afgebeeld. In 1967 is er brand ontstaan door blikseminslag waardoor de spits verloren is gegaan. In 1984/1985 is de kerk gesloopt en in 1988 is op die plek een klokkenstoel geplaatst. Enkele fundamenten en grafzerken zijn nog op deze plaats te vinden.

De grafstenen en zelfs een grafkelder herinneren nog uit de tijd dat hier notabelen uit Beetsterzwaag zijn begraven.
Kerk Kortehemmen

De kerk in Kortehemmen is gebouwd begin 14e eeuw. Het was toen een Rooms-Katholieke kerk. De fundamenten zijn gebouwd op kei-stenen, hier uit zou af te leiden zijn dat hier een heidense offerplaats is geweest. Het gebouw is in de loop der eeuwen meerdere malen gerestaureerd, helaas niet altijd op de juiste wijze.

De restauratie 1990 - 1991 heeft echter veel goed gemaakt. De westgevel die meer dan een eeuw bepleisterd is geweest, is weer in de oorspronkelijke staat gebracht. De oostzijde van de kerk is vroeger ingekort.De muren, een halve meter dik, zijn gemetseld van zgn. Friese Kloostermoppen.

Stand van de Friese kerken West-Oost, richting Jeruzalem. De kerk is 14,25 m. lang en 7,50 m. breed. De muren zijn in Gotische spitsboogstijl, afgewisseld met open en dicht geleed spitsbogige spaarvelden. Er zijn verschillende ingangen, poortjes genoemd, in Noord- en Zuidmuur, deze zijn later dichtgemetseld. Hierboven is siermetselwerk. Later kwam de ingang in de Westgevel.

Vrouwen moesten door het noorderpoortje de kerk in komen, de donkere kant. Omdat " De vrouw had de zonde in de wereld gebracht ", moesten ze ook aan de donkere kant zitten. De mannen gingen door het zuiderpoortje, de lichtkant, in de kerk. Met toestemming van de priester ging bij doop van een zoon of een huwelijks-bevestiging ook de vrouw door dit Zuiderpoortje.
Het Maria-altaar stond ook aan de Noordkant en het Jozef-altaar aan de Zuidkant.

Op de Zuidmuur is een Engelenkopje met tekst uit ± 1620. Dit jaartal staat ook op de oos-tgevel en geeft een restauratie aan en de vervanging van het rieten dak. Binnen in de kerk is een tongewelf. Het doop- of koorhek met lessenaar is er nog, evenals de kansel uit hervormingstijd, 16e of 17e eeuw. Het is een kuipkansel, met houtsnijwerk in de Renaissance stijl.

Na de hervorming of reformatie waren de kerken kaler door beeldenstorm. De kanselbijbel dateert uit het jaar 1643.

naar de top van deze pagina
Het kassencomplex
Glazen kassen zijn een Nederlandse uitvinding om de planten die door VOC schepen werden aangevoerd uit tropische gebieden beschut te kunnen laten overwinteren.

Jonkheer Jan Anne Lycklama à Nijeholt werd in 1835 eigenaar van het huis dan nu bekendstaat als het Lycklamahûs. Zowel achter als voor het huis werd een tuin aangelegd. Omdat de tuin aan de voorzijde vanuit het huis gezien aan de overkant van de hoofdstraat was gelegen, werd deze overtuin genoemd. In deze overtuin werd in 1869 de nu nog aanwezige lessenaarskas (druivenkas) en een bloemenkas gebouwd. Deze bloemenkas is enige malen vernieuwd en verbouwd tot oranjerie om in de winter vorstgevoelige planten te kunnen bewaren. In de twintiger jaren werd deze oranjerie vervangen door de kas die nu bekend staat als de Tropische Kas te Beetsterzwaag. Deze kas is ruim 80 jaar oud en bezit ook enkele planten van bijna dezelfde leeftijd. Daarnaast omvat deze kas een gevarieerde collectie tropische planten. Verder is er een uitgebreide verzameling kuipplanten, waaronder een aantal fraaie citrusbomen van ruim 70 jaar oud. Deze planten overwinteren nu in een oranjerie die in 1984 is gebouwd. In 2004 is een vierde kas aan het complex toegevoegd, waarin bezoekers ontvangen kunnen worden.

Nieuwe kas of Ontvangstkas
De ontvangstkas is in 2004 gebouwd als laatste kas van het kassencomplex. De kas heeft automatisch sluitende en openende ramen. Architect is Nardus Huiskes te Beetsterzwaag.
In deze kas ontvangen wij gasten en groepen. In de kas vindt u informatie over het kassencomplex, een fototentoonstelling en u kunt er koffie en thee drinken.

Gazon en borders
In de tijd van de adellijke eigenaren waren hier bessenkooien en platte betonnen bakken. In zo´n betonnen bak zat een houten bak. Tussen hout en beton werd mest gestort. Deze mest ging broeien en verwarmde zo op natuurlijke wijze de met glas afgedekte platte bakken. Men kweekte hier komkommers, meloenen en meer verse groenten in de moestuin die tussen het gazon en de Kuiperslaan heeft gelegen. Zo kon men al vroeg in het jaar over diverse groenten beschikken. Wij hebben deze historische invulling niet in ere hersteld om het kassencomplex beheersbaar te houden. Vroeger waren hier 5 tuinmannen in dienst, maar als vereniging houden wij het complex met vrijwilligers in stand! De borders zijn ontworpen door specialisten van de vereniging Groei & Bloei. Druivenkas of lessenaarskas De druivenkas is gebouwd in 1869. Hij heet lessenaarskas door het model van de bouw: een hoge muur waartegen aan de zuidkant schuine ramen zijn geplaatst. In het lage muurtje aan de voorkant zitten openingen waarin de planten zijn geplant en door de poortjes naar binnen geleid. Door het schuine raam krijgen de wortels genoeg aflopend water terwijl de plant en de druiven binnen in de warmte kunnen gedijen. Ook het bemesten van het wortelgestel gebeurt eenvoudig aan de buitenkant.
Achter de hoge muur is een groot gereedschapshok gebouwd en daarachter loopt het Stinzenpad. Voorheen was dit een bosje waar plantaardig afval werd gedumpt. Nu is het in maart en april een fleurig paadje, waarlangs stinzenplanten groeien. Stinzenplanten zijn exotische planten die werden ingevoerd door de adellijke bewoners van de grote stenen buitenhuizen (stinzen) vanuit de alpen en verre landen als Turkije (de tulp!)

Open schuur en Kastanjeplein
Voor de open schuur achterop het terrein staat een kastanjeboom die is geplant tegelijk met de bouw van de druivenkas in 1869. In de stam is in verticale richting een strook gladdere schors waar te nemen. Dit is een strook littekenweefsel. In 1942 was de boom namelijk van onder tot boven gespleten door zeer strenge vorst. De toenmalige tuinman de heer Hemminga (overleden in 2005) heeft in die spleet een metalen doosje gestopt met daarin een briefje.

Tropische Kas
De Tropische kas is gebouwd in 1869 als koude kas of oranjerie en in 1930 verbouwd tot tropische kas. Omstreeks 1900 is het ketelhuis aan de noordkant tegen de kas aangebouwd voor de grote cokeskachel die de kas verwarmde. In de tweede Wereld Oorlog werd er op turf gestookt. In 2003 werd er een moderne HR-verwarmingsketel geïnstalleerd, die heel wat kleiner is dan de oude. Het gebouw is nu in gebruik als opslagruimte.
De kas bevat geen historische verzameling meer, want wat in de tijd van de jonkheren en baronnen qua planten nog bijzonder was is nu in elk tuincentrum te koop!
Er is wel een aantal historische planten die door hun ouderdom en grootte speciaal zijn: zoals de Koffieboom en de Bougainvillea.
Het achterste gedeelte van de kas is het warmst. Hier is het echte tropische regenwoud met planten met luchtwortels die veel vocht nodig hebben. We streven naar een luchtvochtigheid van minimaal 60%. In dit gedeelte van de kas staan orchideeën, tillandsia´s, vleesetende planten en de hertshoornvaren. T.b.v. de vleesetende planten staan er jampotjes met rottend fruit. Daarmee worden fruitvliegjes gekweekt.
In het voorste gedeelte vindt u tropische succulenten en planten die een minder vochtige omgeving nodig hebben. Aan de zuidkant van de Tropische kas ligt onze Boomgaard: er staan 6 verschillende hoogstamappelbomen: Ananasreinet, Glorie van Holland, Reinette Herrant, Reinette Evagil, Dantziger Kantapfel en Notarisappel
Het terrein wordt ’s zomers aangekleed met kuipplanten die overwinteren in de koude kas of oranjerie.

Oranjerie of koude kas
Kuipplanten hebben geen tropische warmte nodig, maar verdragen geen vorst, vandaar de naam: koude kas. De koude kas wordt vorstvrij gehouden met behulp van een grote buis die aangesloten is op de ketel van de Tropische Kas. De kas is gebouwd in 1970.
U vindt hier een grote collectie succulenten of vetplanten en een tafel met planten die u kunt kopen.
Achter de koude kas of oranjerie vindt u een groep knot-esdoorns. Deze esdoorns zijn al aardig op leeftijd, ze zijn curieus omdat het niet gebruikelijk is om esdoorns te knotten. De esdoorns zijn aangeplant om de oranjerie in de winter te beschermen tegen de koude oostenwind. Toen ze te hoog werden zijn ze geknot.