Kranenburg stellt sich vor

Kranenburg blickt auf eine 775-jährige Geschichte zurück, die in und um Kranenburg ihre Spuren hinterlassen hat.
Mittelalterlicher Stadtwall und historischer Ortskern, moderne Kunstsammlung und volkskundliches Museum, flache Wiesenlandschaften und bewaldete Höhenzüge, eindrucksvolle Naturereignisse und attraktive Freizeitangebote, ländliche Prägung und Großstadtnähe – in Kranenburg gehört diese Vielfalt der Eindrücke zum Alltag wie kaum anderswo.
Kranenburg liegt etwa 10 km westlich der Kreisstadt Kleve am unteren Niederrhein, nahe der niederländischen Grenze. Die vielen landschaftlichen Schönheiten, die sich aus der Wechselbeziehung von Rhein, mit der Niederung "Die Düffel" und dem Reichswald ergeben, besitzen einen gewissen Reiz. Kranenburg bietet mit seinen zahlreichen Reit-, Wander und Radfahrwegen viele Möglichkeiten, die Natur und den Ort zu genießen.
An der "Via Romana" gelegen, einem historischen Handels- und Verkehrsweg zwischen Xanten und Nimwegen, den die Römer vor 2000 Jahren anlegten, lädt Kranenburg den Besucher zum Verweilen ein.

Ortschaft Kranenburg
Die ländliche Gemeinde am Rande des Reichswaldes blickt auf eine 775-jährige Geschichte zurück. Nachdem der Klever Graf Dietrich VI. bald nach 1225 (vermutlich 1227) die "Kranichenburg" im "oppen Hoff" (Reyerbruch) zum Schutz einer kleinen Rodungssiedlung gründete, erhielt diese Ansiedlung in den folgenden Jahrzehnten Stadtrechte.
Im Jahre 1294 wurde die Stadt Kranenburg erstmals urkundlich erwähnt und noch heute ist die Innenstadt geprägt von der mittelalterlichen Stadtbefestigung und dem historischen Ortskern. Ein Teil der Stadtmauer mit den Wehrtürmen und dem Mühlenturm, sowie die Stiftskirche (Kreuzwallfahrt) sind vielbesuchte Sehenswürdigkeiten.
Auch im Stadtkern bieten alte Gäßchen, z.B. die "Wanderstraße", immer wieder neue Ansichten einer historischen Stadt. Veranstaltungsort für kulturelle Aktivitäten ist der Katharinenhof in dem sich das Bürgerhaus und das Museum "Katharinenhof" befinden. Im Museum werden Werke vergangener Epochen sowie auch zeitgenössische Kunst gezeigt. Zu den wohl bekanntesten Werken zählen die von Joseph Beuys (der auch einige Zeit in Kranenburg lebte), die heute im neu eröffneten Schloß Moyland ausgestellt werden. Zudem birgt auch die Stiftskirche viele wertvolle Kunstschätze.

Ortschaft Frasselt
Frasselt entstand zu Beginn des 14. Jahrhunderts als Waldhufendorf am Nordrand des Reichswaldes. Diese Siedlung wurde im Jahre 1370 als "In der Vrassent" erstmals urkundlich erwähnt. Frasselt gilt als ein Beispiel für ein typisches Reihendorf entlang der "Gocher Straße".
Gegen Ende des 2. Weltkrieges wurde das Dorf fast völlig zerstört, doch innerhalb weniger Jahre zügig wieder aufgebaut. In Frasselt leben rund 500 Einwohner.
Seit Errichtung der Reithalle am Treppkesweg, Ende der Siebziger Jahre, wird Frasselt auch "Reiterdorf"genannt.
Erwähnenswert ist auch die St. Antonius Pfarrkirche, erbaut 1860-62 im neugotischen Stil.

Ortschaft Wyler
Viel älter als die erste urkundliche Erwähnung im Jahre 1223 ist die Besiedlung durch die Römer. Immer mehr wird Wyler - gleich Weiler - seinem Namen gerecht.
Am Hang einer Standmoräne konzentriert sich der kleine Ort. Die zwei Kirchen (die Kapellengemeinde wird um 1540 zur Pfarre erhoben mit Teilen vom Lagewald) dem Hl. Johannes dem Täufer geweiht und dem Friedhof, das Pfarrheim, die Wirtschaft, die ehemalige Volksschule und schmucken Häusern und Gärtchen geben diesem Dorf am Rande des Reichswaldes und der weiten Niederung sein Gepräge.
Die Grenze, an der schon die Römer Wache standen und die Zöllner kontrollierten, bestimmte das Dorfleben.
Sehenswürdigkeiten:
Alte Kirche: Romanischer Turm aus Tuffstein, Langhaus auf alten Fundamenten nach der Kriegszerstörung aufgebaut, gut gestaltetes Interieur.
Teufelsberg: Höchste Erhebung im Reichswald, heute zu Holland gehörig, Wanderweg.
Wyler Meer: Beginn der Düffelund des Ooypolders.

Jaarlijks terugkerende datums voor de kruisbedevaart
Op de zondag vóór de 4e Vastenzondag, de met "Laetare" aangeduide zondag, maakt de parochie als begin van de kruisbedevaart een bedevaarttocht van Zyfflich naar Kranenburg.
Deze "Laetare"- zondag is ook een dag van de bezinning voor de politici.
Op Goede Vrijdag verenigt de liturgie van het lijden en sterven van Jezus Christus tijdens één grote kerkdienst zowel de inwoners als bedevaartgangers uit andere plaatsen.
Op 8 mei, de dag van het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa, wordt er een oecumenische kerkdienst voor soldaten gehouden, waarbij militairen van de NAVO aanwezig zijn.
Op de eerste zondag in juli, in het kader van de Duits-Nederlandse schuttersbedevaart, opent een prelaat de feitelijke periode van de kruisbedevaart.
Op de laatste zondag in augustus maken de Vincentiusbroeders en de Elisabethzusters uit Duitsland en Nederland een bedevaarttocht naar het Kranenburgse kruisheiligdom.
Op de zondag na de 14e september, het feest van de "Kruisverheffing", vindt het hoogtepunt van de jaarlijkse kruisbedevaart plaats, het kruisfeest met het dragen van het kruis.
Na de pontificale mis om 10 uur dragen de leden van het kruisbroederschap het Kranenburgs kruis door het middeleeuwse stadje. De leden van de geestelijke ridderorden, de Maltezer ridders en die van het Heilige Graf van Jeruzalem, de broederschappen en schuttersgilden, en talrijke bedevaartgangers verenigen zich in de processie voor een indrukwekkende bekentenis voor de gekruisigde Heer. De zieken en gehandicapten, de bejaarden en vrouwen hebben eigen bedevaartsdagen.
Voor verdere informatie wendt u zich tot de gemeente Kranenburg, telefoon 02826/79-14 (00-49-2826-79 14) of via de katholieke parochie van St. Peter en Paul, Kirchplatz 1, 47559 Kranenburg, telefoon 02826/226 (00-49-2826-226), fax 02826/92394 (00-49-2826-92394).

Bedevaartsgroepen
Parochies en groepen zijn van harte uitgenodigd tot deelname aan de kruisbedevaart. Na afspraak met de katholieke parochie zijn eigen bedevaartskerkdiensten mogelijk.
Een kruisbedevaart naar Kranenburg laat zich goed combineren met een bezoek aan de Heilig-Land-Stichting bij Nijmegen, een bezienswaardig en kwalitatief goed openluchtmuseum (afstand 10 km).