De Kilimanjaro, het dak van Afrika




Ik heb de hoogst mogelijke top op aarde die lopend te bereiken is met succes volbracht.

De gegevens en beleving van de expeditie, heb ik aan het papier (en nu ook aan internet) toevertrouwd.

Geïnteresseerden in deze expeditie wens ik veel leesplezier en als de mogelijkheden en conditie aanwezig zijn, ontdek het dak van Afrika!











TANZANIA
Oppervlakte:945.234 km2 (ongeveer 22 x groter dan Nederland)
Inwoners:39 miljoen mensen van meer dan 120 stammen
Hoofdstad: Dodoma
Officiële taal:Swahili
President: Jakaya Kikwete


Handel:
Munteenheid: Shilling
Belangrijkste uitvoerprodukten: Koffie en Katoen
Inkomen gemiddeld per hoofd: 20 x minder dan in Nederland

Bijzonderheden:
Verschillende klimaatzones
Tijdsverschil is twee uur (in de zomertijd één uur) later dan in Nederland
Religie: 45 procent christen en 40 procent moslim
Parken: 14 nationale parken en meer dan 30 reservaten


KILIMANJARO NATIONAL PARK
Oppervlakte:756 km²
Diersoorten:o.a. Buffels en Olifanten
Vogelsoorten: ongeveer 400 verschillende soorten
Landschap:bergachtig
Verblijfsmogelijkheden: Lodges en diverse hutten


MOUNT KILIMANJARO
De enige te belopen vrijstaande berg in de wereld
Hoogste berg van Afrika (5895 mtr.
De vorming van deze berg is 100.000 jaar geleden)
Geologisch gezien een zeer jonge berg.
In 1889 heeft de Duitser Hans Meijer als eerste de top bereikt
Drie wetenschappers lande in 1962 per parachute op de top en vestigde daarmee het wereldrecord van de hoogste parachute landing ooit.
Boven de 3000 meter ligt de vorstgrens




SERENGETI NATIONAL PARK
Oppervlakte: 14.763 km (Ned. Totaal 41.160 km)
Het meest bekende nationale park waar tienduizenden Gnoes en Zebra’s hun jaarlijkse grote trek maken. Regelmatige tellingen van het wild tonen indrukwekkende cijfers.
De Gnoe is zonder twijfel de meest voorkomende diersoort. Tijdens de periode dat ze in het park verzamelen zijn er meer dan 1,5 miljoen De zebra populatie loopt helaas langzaam terug, maar nog steeds zijn er zo’n 150.000 van in het enorme park.
Het aantal buffels wordt geschat op meer dan 25.000
De giraffen met meer dan 8.000 stuks zijn nadrukkelijk aanwezig. Van de roofdieren ziet men de leeuw het meest maar er zijn ook veel Jachtluipaarden. Olifanten vindt men in het noordwestelijk gebied. Alleen al van de gazelles wordt het aantal op 250.000 geschat.





Naar de top van de Kilimanjaro
De laatste avontuurlijke tocht was met Kees Klijn door de Great-Smoky Mountains in Amerika. Met in het achterhoofd de leus ” Never Stop Exploring” wordt het tijd weer een geheel ander deel van de wereld te verkennen.
Al jarenlang prijkt op de achtergrond van mijn visitekaartje de Kilimanjaro in Afrika. Toen ik mijn plan om deze hoogste alleenstaande berg van de wereld, waarvan de top lopend te bereiken is, aan wandelvriend Herman van Heems voorlegde, werd in no-time besloten om gezamenlijk met een expeditie van 10 personen deze uitdaging aan te gaan. Doordat wij in 2008 de West-Highland-Way in Schotland hebben gelopen, weten we wat we aan elkaar hebben. In november hebben we met alle mede- lopers kennis gemaakt. Om zoveel mogelijk tijdens deze reis te zien, besloten Herman en ik, om na de Kilimanjaro in Tanzania, een Safari door een aantal natuurparken te gaan maken. In de veronderstelling dat meerdere (bevriende) wandelaars, vrienden en relaties geïnteresseerd zijn in deze expeditie, waardoor ik tijdens onderstaande data’s niet bereikbaar ben, volgt hierbij de te belopen route naar de top van de Kilimanjaro.

zaterdag 30 januari 2010 : Schiphol -- Nairobi (Kenia)
zondag 31 januari 2010 : Nairobi -- Arusha (Tanzania) 8 á 9 uur met bus
maandag 1 februari 2010 : V. (1800mtr.)Machame Gate –Machame Camp(3000mtr.)
dinsdag 2 februari 2010 : Machame Camp—Shira Camp (3800mtr.)
woensdag 3 februari 2010 : Shira Camp--Barranco Camp (3900 mtr.)
donderdag 4 februari 2010 : Barranco Camp--Karanga Camp (4250 mtr.)
vrijdag 5 februari 2010 : Karanga Camp—Barafu Camp (4600 mtr.)
zaterdag 6 februari 2010 : Barafu Camp—Top v.d. Kilimanjaro (5895 mtr.)
(Aankomst middernacht, verblijf 5-10 minuten temp. -20) hierna terug naar Barafu Camp)
zondag 7 februari 2010 : Barafu Camp -- Mweka Gate (einde tocht)
maandag 8 februari 2010 : Rustdag in Arusha
dinsdag 9-16 februari 2010 : Safari (4) Tarangire; Manyara; Serengetti en Ngorongora, wildparken.
woensdag 17 februari 2010 : Nairobi - Schiphol
donderdag 18 februari 2010 : Aankomst Schiphol ca. 06.00 uur.

De lichamelijke reacties op de verschillende hoogtes van de Kili is niet voorspelbaar!
Tenten, slaapattributen, keukengerij en eten worden door dragers naar boven gebracht.



Lijst van benodigde spullen en tips voor onderweg:
  • Thermisch ondergoed
  • Muts (winddicht)
  • Regenkleding
  • Handschoenen (winddicht)
  • Sjaal
  • Wandelstok(ken)
  • 2 vriesdichte flessen voor water (zodat het niet kan bevriezen)
  • Een thermisch matrasje (oprolbaar), die de kou niet doorlaat tot -20 graden celsius. Lengte (schouders tot tenen) graag ruim bemeten, want je ligt meestal op een zp recht mogelijke rotspartij (is altijd schuin).
  • Slaapzak tot minimaal -20 graden celsius met capuchon, waar je met kleding en al in kunt.
  • Toiletpapier
  • Elke ochtend krijg je een wasbak met lauw water om te wassen, scheren enz. Deze bak is voor 8 personen. Als je als 3e of nog later aan de beurt bent om je te wassen, is de zin over. Handig is dus vochtige doekjes voor de hele week.
  • Zakmes
  • 2 rugzakken of 1 rugzak en een plunjezak. Een als dagrugzak, de ander draagt de drager met al je spullen. De dragers blijven niet bij je, dus je moet van tevoren besluiten wat je zels draagt.
  • Fototoestel + rolletjes (minstens 10 stuks) met een goede hoes voor de kou (toestel kan bevriezen)
  • Een grote hoes die waterdicht is voor de rugzak van de dragers (zij maken niets open of los om te kijken of er een hoes is). Je weet niet wie jouw rugzak draagt (geen uitleg mogelijk).
  • Veiligheidsspelden (want de ritssluiting van de tent werkt vaak niet).
  • De tenten kunnen doorlekken! Ook het grondzeil, dus waterdichte zakken.
  • Lamp voor op je hoofd. Je loopt het laatste stuk ’s nachts. Je handen zijn nodig voor de beide stokken. Reservebatterijen voor de lamp, want de lamp MOET branden van 22.30 – 7.00 uur en de andere nachten als je iets nodig hebt in je tent. Batterijen werken slecht bij vorst.
  • Zonnebril met afdek-randen
  • Zonnebrandcrême factor 30 of hoger
  • Twee pasfoto’s voor noodgevallen
  • EHBO spullen (de organisator in Tanzania heeft niets)
  • Anti diarree medicijnen (als je diarree krijgt raak je dit vaak niet kwijt), dus rekenen op alle dagen X het maximale aantal per dag.
  • 8 à 10 maal dextrose. Op grotere hoogte kun je vaak niet eten. Dextrose is een must, als het mogelijk is, aangevuld met zakjes voedingen.
  • Zakdoekjes (je neus blijft lopen en bevriezen)
  • Iets om je lippen vet te houden tegen de vorst.
  • Eventueel bril tegen de vorst voor de ogen.
  • ANTI biotica voor eventuele darminfektie. (Gehele kuur per persoon).
  • Plastabletten tegen hoogteziekte. Diamox is prima. Alleen verkrijgbaar op doktersrecept.
  • Extra schoenen, die je aandoet ’s avonds of om ’s nachts uit bed te kunnen.
  • Genoeg warme schone kousen tot -20 graden en +25 graden.
  • Als je terugkomt in het hotel ben je erg vuil. Je kunt een tas achterlaten in het hotel met je spullen, dus een extra tas is nodig. En een nagelborstel om je voeten en handen schoon te krijgen.
  • De organisatie legt uit wat de fooi behoort te zijn. Het is een soort verplichting:
  • Als groep betaal je voor de Leider van de groep:
    de chief guide $75,-
    Assistent guide $60,-
    De kok $ 40,-
    De assistent kok $35,-
    Alle dragers p.p. $30,-
    (alle bedragen onder voorbehoud van gangbaarheid). Ieder persoon van de groep heeft een equivalent van 2 dragers, dus het aantal personen van de groep bepaalt het aantal dragers.
    Al het geld wordt op de berg betaald aan de leider (deze verdeelt het verder). Vaak komt de drager van jouw rugzak nog persoonlijk naar je toe, in de hoop nog wat te krijgen. Alleen de leider is in dienst van de organisatie, de anderen werken voor fooi.
    Als je terugkomt van de berg, kom je in een dorp waar de bewoners je proberen iets te verkopen. Waar ze gek op zijn (ook de kleine kinderen) zijn ballpoints, sigaren en panty’s.
  • Koortsthermometer
  • Pijnstillers
  • ANTI-mug vloeistof voor het regenwoud.
Conditie en goede voorbereiding is echt heel belangrijk evenals een stuk wandelervaring in de bergen. Zorg in ieder geval dat je getraind bent, dan hoef je boven alleen nog maar bezig te zijn met genieten.




NAAR DE TOP VAN DE KILIMANJARO (geschreven door Jan Dokter)


Onze expeditie bestond uit twaalf mannen en drie vrouwen. Alle vijftien deelnemers hebben onder leiding van een zeer ervaren expeditieleider van ID Travel de top van de 5.895 meter hoogste berg “De Kilimanjaro” in Afrika bereikt. De goede condities, bergervaringen en voorbereidingen hebben hun diensten bewezen.

Na een non-stop vlucht per KLM naar Nairobi in Kenia heeft een bus ons de volgende morgen na een enerverende rit van 8 á 9 uur naar Arusha in Tanzania gereden. Om 8.00 uur s’-ochtends is het verzamelen in de eetzaal voor een goed smakend lopend ontbijtbuffet. Goed gemutst, rijden wij per bus met op het dak onze bagage, naar het verzamelpunt van de expeditie, waar de porters (dragers) ons staan op te wachten. Onze plunjezakken met o.a. overnachtingattributen en kleding, tenten, tafels, stoelen, keukengerei en eten zullen door een leger van 75 porters inclusief captains en koks op onnavolgbare wijze naar de basiskampen gebracht worden.
Als alle formaliteiten voor de bestijging zijn afgehandeld geeft onze leider en de chiefporter het sein voor de start naar de top van “De Kilimanjaro” !

De totale afstand heen en terug: ca. 48 km. – in een tijdsbestek van 7 dagen..



1. Machame Village – Machame Camp
Afstand : 9 km. Van Machame Village (hoogte Gate:(1800 m.) tot Machame Camp(3000m.)
Duur : 6 tot 7 uur.
De bestijging is geleidelijk. Na een uur houdt de straat op en een houten bord wijst naar het eigenlijke begin van onze route. Het pad wordt dan ca. ½ meter breed en blijft zo. Het regenwoud wordt plotseling donker en de eerste reuzenvarens verschijnen, bloeiende planten zijn op een paar na verdwenen. (Alleen in januari en februari bloeit de Impatiens Kilimanjari).
De eerste helft van het pad biedt afwisselend lichte stijgingen en vlakke stukken door donker en hoog regenwoud. Af en toe onderbroken door zonlicht door kleine openingen in het bos.
Het pad voert over een kam, dat door de dichte bebossing niet meteen als zodanig herkenbaar is. Hoe hoger we stijgen des te stiller en donkerder het wordt. De donker-groene mosbekleding aan bomen en takken nemen enorme dimensies aan. De stijging is licht. Tijdens de 1e rustpauze op ongeveer de helft, blijkt al snel dat de onderlinge verhou-dingen goed zijn. Er wordt druk gepraat en gelachen om de porters die met minimaal 15 kilo op hun hoofd, nek of rug met ongekende snelheid ons passeren. Voor ons geldt het advies “pole-pole” (langzaam-langzaam). In het algemeen wil men sneller lopen dan wat de Chiefporter aangeeft. Het is dan ook verboden deze te passeren. Naderhand is een ieder meer dan blij om het trage tempo te kunnen blijven volgen. Als de meegenomen lunchpakketten verorbert zijn vervolgen we de tocht die zwaarder wordt. De volgende 2-uur vergen veel energie en oplettendheid. De stijgingsgraad verdubbelt naar iets boven de 20%. Onderweg passeren we meermaals plaatsen waar door erosieschade gaten van tot 1 meter diep, gevormd zijn. We klimmen over omgevallen bomen en springen over beekjes. Enorme vrij liggende wortels versperren af en toe de weg en naar beneden hangende takken slaan in het gezicht. We worden gewaarschuwd om regenkleding binnen handbereik te houden voor het geval dat de eerste regendruppels vallen. Binnen 2 minuten storten dan ongelooflijke watermassa’s op de wandelaars volgens de expeditieleider.
In lichte vorm is ons dit ook tijdens deze dag overkomen. De dagrugzak van ongeveer 5 kilo moet dan ook waterdicht worden afgesloten. Als er steeds minder bomen zijn, (het wordt ook wat lichter) naderen we het einde van dit gedeelte van de tocht hetgeen wordt aangekondigd door de overgang naar de heide-en moszone. De weg wordt hier weer vlakker. Tot ons Camp is het nog ca. 1-uur. Het regenwoud wordt lichter en de KIBO wordt al zichtbaar door de bomen. De ligging van het 1e Camp is fantastisch precies op de grens van regenwoud en heidevelden. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht op de KIBO. Het begin van morgen is al te zien als een dunne band in het lichtgroen/blauwgroen van de heidevelden. Inmiddels is de temperatuur al behoorlijk gedaald waardoor handschoenen en muts geen overbodige luxe meer is. Vermoeid door de wandeling, busreis en indrukken arriveren we op het 1e basiscamp op 3000 meter hoogte.

De klaarstaande 3-persoons tenten worden door 2-personen per tent in gebruik genomen. Uiteraard blijven Herman en ik bij elkaar. Nadat de matjes en slaapzakken zijn uitgerold en plunjezakken en dagrugzakken een plaatsje hebben gevonden, begeven we ons naar de grote eettent. De koks verraste ons met een compleet diner met soep voor en een toetje na. Verse meegenomen groente en fruit ontbraken niet. Goed doorvoed wat noodzakelijk is op zo’n tocht, zoeken we onze tenten op, kruipen in onze warme slaapzakken en proberen onze vermoeidheid weg te slapen.


2. Machame Camp – Shira Camp
Afstand : ca. 10 km van Machame Camp (3000m) naar Shira Camp (3800m)
Duur : 6 tot 7 uur.
Na een onrustige koude nacht met moeilijkheden om het poephuisje zowel heen als terug te vinden, ontbijten we, waarna we ons klaar maken voor de 2e etappe. Vanaf 3000 meter heeft mijn arts aangeraden om 500 mg. Diamox tabletten per dag als preventieve maatregel tegen hoogteziekte in te nemen. Naast deze tabletten slik ik vanaf de dag van vertrek uit Nederland elke dag een tablet tegen malaria.
Gemoedelijk stijgend tussen hoge heideplanten door, duiken na enige tijd wat rotsen op en nu herkennen we zeer duidelijk op een kam te zijn beland. Ver voor ons uit kunnen we Het Shira Plateau zien, het einddoel van deze dag. Af en toe gaat het pad door een dal om daarna weer te stijgen. Na ongeveer een uur kan men niet meer spreken over een weg, het is meer een smal paadje van een halve meter breed, erg steil en rotsig. In het bovenste gedeelte moet men zelfs met handen en voeten “bergbeklimmen”
Het is zaak de plantjes niet als steun te gebruiken want veel delen zijn niet vast en daaronder liggen vaak afgestorven boompjes.
Na 2-uur duiken “spookbomen” op en zien we terugkijkend de route die gister is afgelegd. Spoedig daarna wordt de heidezee lichter en het paadje nog steiler en moeilijker en stijgen we over de naakte rotsen. Na ca. 1-uur moet een hoogte van ca. 30 meter worden overwonnen.
We worden gewaarschuwd niet té overmoe-dig te worden, want het pad slingert aan de rechterkant langs een diepe afgrond. Als beloning voor deze kwelling zien we reuzenlobelia’s en reuzenkruid in de nevel opduiken. Het valt mij op dat niemand van de expeditie klaagt over moeheid pijn of wat dan ook. Fantastisch als je veel verkeerd in het ouderen circuit, waarin veel wordt geklaagd. De drie goed getrainde vrouwen met weinig bergervaring zeurden nooit, maar lachten veel. De helft van de dagtocht is inmiddels afgelegd en het wordt koud. Verder gaat het over meestal natte naakte rotsen. Voorzichtigheid is geboden. Zwart zand en zwarte rotsen ter grootte van een huis waar we overheen, onderdoor, voorbij, en omheen moeten, bepalen het karakter van het landschap. Na ca. 6 uur is de rand van het Shira-Plateau bereikt.
De kwellende bestijging door dit sinistere zwarte, absoluut stille landschap is ten einde. We kunnen nu ook weer van een weg spreken, die zich ca. een half uur voor aankomst in Camp 2 vrij vlak tussen hoge vegetatie voert. Vermoeid arriveren we en zoeken onze tenten op. Porters komen met warm water om onze handen schoon te borstelen. Na enigszins uitgerust te hebben op onze matjes in de tent, begeef ik mij met mijn maatje Herman, naar de etenstent waar de sterke verhalen reeds de ronde doen. Om 9-uur zoeken wij onze tent op en hopen op een goede nachtrust.



3. Shira Camp – Barranco Camp
Afstand : 10 km, van Shira Camp (3800 m) naar Barranco Camp (3900 m)
Duur : 6 uur.
Na een beter wordende nachtrust (wel koud) om 8.30 uur vertrokken naar het Barranco camp.
De onderlinge stemming is perfect en we spreken elkaar moed in voor deze dag. Het sneeuwt ligt, maar het zicht is goed. Na geruime tijd kiezen we bij een kruising het rechterpad, de Southern Summit Bound, en bereiken een grote zwarte zandwoestijn , die met miljoenen zwarte steenbrokken bezaaid is. Het pad gaat nu ca. 1 uur bergafwaarts. Om problemen zoals zuurstof tekort en hoogteziekte te voorkomen is het is zaak om boven de 3000 meter niet te snel te stijgen. Er is weer meer vegetatie maar het blijft een woestijnachtig karakter houden.
Ca. 2 uur lopen we door het landschap en komen we langs een steile rotswand in de kleuren zwart, rood, bruin en wit tot het Barranco camp wordt bereikt. Als we stilstaan om te rusten bespeuren we de ijzige kou die naar beneden komt. Voor ons zien we de machtige Barranco en in de ondergaande zon prachtige kleurschakeringen van geel tot krachtig rood. De meeste van ons lopen met twee stokken, wat zeker aan te bevelen is. Naar beneden kijkend zien we de lichten van de stad Moshi glinsteren. Het is helder weer waardoor een prachtig schouwspel van de glinsterende lichten van het 3400 meter dieper en ca. 60 km verder gelegen Moshi. Na het gebruikelijke ritueel na aankomst, gaan we tevreden voor de derde nacht in de tent.



4. Barranco Camp – Karanga Camp
Afstand : Afstand: 6 km van Barranco Camp (3900 m) naar Karanga Camp (4250 m)
Duur : 5 tot 6 uur.
Na het ontbijt merken we dat de porters snel willen opbreken. Ook voor hen wordt het naarmate we stijgen steeds zwaarder om alle spullen naar boven te brengen. Hun hulpvaardig- heid bij het inpakken van onze spullen is groot. Als alle plunjezakken zijn verzameld en de tenten zijn afgebroken, snellen ze weg om weer op tijd bij het volgende camp aan te komen. Altijd stonden de tenten klaar evenals gekookt water en etenswaar. Vriendelijk begroetend na een dag te hebben gelopen wijzen ze de tenten aan en helpen ons met alles wat we willen.
Als het startsein is gegeven volgen we de gids in de richting van “Breakfast”. Al snel hebben we een rotspartij gepasseerd en hebben we de ingang van “Breakfast” bereikt. De bereiking hiervan is niet gemakkelijk maar de gevaarlijkheidgraad is niet te hoog. Tijdens deze steile beklimming begon het te hagelen. Na ruim1.00 uur is ook deze klus geklaard en zijn we allemaal boven aangekomen en zien vanaf een klein plateau de KIBO. Inmiddels is de hagel opgehouden, en rechts zien we het verdere pad, dat in de zon glanst. Het gaat nu weer een tijdje op een steile aardeweg bergafwaarts. De rest van het pad is snel beschreven: Bergop, bergaf, beekjes oversteken, bergop,bergaf, etc.etc. Dat gaat zo ca. 3-uur door. De stokken bewijzen weer goede diensten. Door de inspanningen moet er regelmatig gedronken worden waar een ieder zich ook aan houdt. Doordat de zon weer onder is gegaan heeft de mist ons allang ingehaald en het begint koud en vochtig te worden. We merken boven de 4000 m. te komen. Sommige krijgen last van hoofdpijn, anderen zijn wat duizelig kortom allemaal hebben we wel wat. Mijn vingers beginnen enorm te tintelen wat na korte tijd weer verdwijnt.
Dit zal zo’n drie dagen duren. s’ Nachts heb ik steenkoude voeten en kan niet lekker warm worden. De oplossing is gewoon warm gekleed de slaapzak in. Een optie hiervoor is geheel naakt de slaapzak in hetgeen ik meerdere malen tijdens andere expedities heb gedaan.
Plotseling zien we een reusachtig dal, de Karanga Vallei. De afdeling is zeer steil, waardoor we snel bij de Karanga River (een beek) aankomen. In de nabijheid zien we weer de tenten staan wat het einde van deze loopdag betekend. Tijdens de maaltijd wordt er druk gepraat over de volgende etappes die ons steeds dichter bij de top zal brengen. Ook al zijn de tenten soms nat van binnen en de sluiting te wensen overlaat, beginnen we steeds beter te wennen aan de ongemakken, wat onze nachtrust ten goede komt.



5. Karanga Camp – Barafu Camp
Afstand : 7 km van Karanga Camp (4250 m.) naar Barafu Camp (4600 m.)
Duur : 4 uur.
Na een onregelmatige nachtrust en het gebruikelijke ritueel van ontbijten en de spullen inpakken en met een net woord toiletteren (een houten hokje met een vierkante bekisting waar een gat in is gemaakt) beseffen we dat het de laatste maal is dat alle spullen naar boven worden gebracht. Het gaat direct weer bergop. Over zwarte bodem, hier en daar wat gras-pollen. Tóch gaat de weg weer als voorheen: bergop, bergaf, over beekjes etc.etc.
We worden beloond door grandioze vergezichten op het Pare-gebergte de Mount Meru en Kibo. Een fantastisch panorama. Na ca. 2 uur klimmen is een rustplaats met een belangrijke kruising bereikt en we zien een heel breed dal. Het is hier om het even naar Mweka Camp of naar Barafu Camp, eerst zal er moeten worden gedaald in het voor de voeten liggende dal en dan op de daartegenover liggende kant weer steil omhoog. Hierna gaat het op en af de graad langs. De gehele expeditie geeft geen krimp maar het is wel afzien na alles wat al geweest is.Ik moet denken aan het boek van Alex Wijsman de oud- voorzitter van onze wandelvereniging uit Amsterdam; “Opgeven Nooit”. Het is wellicht absurd maar dergelijke gedachten helpen mij er vaak doorheen. Als we links omhoog gaan zien we na 20 minuten voor de eerste maal de Mawenzi wand. De weg blijft normaal stijgen en de ondergrond is vast en hard. Er is veel wind en het is koud. Na korte tijd zien we een machtig schouwspel. Linksboven bevindt zich de “Breuk” een West-Oost Weergrens: er kan precies gevolg worden hoe de enorme wolkentorens aan komen drijven en op deze “Breuk”botsen en omdraaien. Dan verandert het karakter van het landschap. De steenbrokken worden vlakke platen, die langs de weg liggen. Na een halfuur bereiken we een wegversperring: een lavarug.
Over een rechte weg klimmen we er over-heen en arriveren in Barafucamp waar de tenten tegen de rotsen ons staan op te wachten. Na alle plichtplegingen gaan we zeer vroeg naar bed, want om 23.00 uur gaat de wekker voor het “hoogtepunt” van de expeditie.



6. Barafucamp – Uhuri Peak
Afstand : 6 km van Barafucamp (4600 m) tot Uhuru Peak (5895 m)
Duur : 6 tot 7 uur.
De start s in het pikkedonker tegen middernacht. Eigenlijk is de af te leggen afstand veel te hoog. Het is min of meer een regel in de bergen om boven de 3500 m. per keer niet meer dan 400 meter te stijgen. Dat hiervan wordt afgeweken komt doordat het mooiste schouwspel van deze top bij zonsopgang valt te aanschouwen. Wij hebben dit geweten en geaccepteerd. We mogen de extra batterijen niet vergeten. Bij temperaturen van -20 graden kunnen ze snel leeg lopen. Deze beklimming is steiler dan alle andere. De oorzaak hiervan is dat we meer dan 1200 m. in tamelijke rechte lijn en niet in serpentines omhoog gaan, waardoor 90% van dit gedeelte van deze tocht zeer stijl op harde ondergrond omhoog moet worden gelopen. De tol wordt hiervoor betaald. Gezien de hoeveelheid zuurstof 50% van de op zeeniveau aanwezige hoeveelheid zuurstof, is het een absolute noodzaak zeer langzaam te lopen, rustig te ademen en geen extra bewegingen te maken.Terwijl mijn coördinatie duidelijk minder wordt, kampen ook de anderen met problemen.

Ongeveer 100 m.voor Stella Point is mijn coördinatie zo slecht dat ik val. De Chief-porter en zijn assistent helpen mij overeind en ik loop zo’n 25 mtr. tussen hen in, waarna het weer gaat.
Half buiten adem verschijnt in de scheme-ring de Rebman – Gletsjer en Stella Point aan de kraterrand. Het prachtige panorama beroofd ons van de laatste adem: Moshi, Mawenzi,Mount Meru, de Masai –Steppe de complete Oost en Zuidflank en het Pare-gebergte duiken in de langzaam opkomende zon in de schemering op. We feliciteren elkaar dat we dit punt op 5200 meter hebben bereikt. Gezien het mindere stijgingspercentage is het laatste stuk naar de top minder vermoeiend, en na ca.1 uur bereikt de voltallige expeditie Uhuru Peak op 5895 m.

Het schitterende schouwspel van ijswanden en uitzichten zijn ontroerend mooi.
De euforie die dan uitbreekt is moeilijk te beschrijven.
Felicitaties, omarmingen, lachen en huilen zijn de reacties bij het bereiken van:

Het Dak van Afrika”.



7. Afdaling Uhuru peak – Barafu Camp – Mweka Gate
De afdaling gaat vervolgens via Barafu Camp, waar we na uiterste krachtinspanningen een nachtje bijkomen, om de volgende morgen om 8.00 uur te vertrekken naar Mweka Gate. Een zeer lange afdaling. Als we hier weer zijn aangekomen krijgen we een lunch met Champagne en de porters dansen als dank voor de salariëring die wordt uitgereikt.
Na de uitreiking van de certificaten door de voortreffelijke expeditieleider Ammy Uijen van ID-Travel te Haarsteeg, gaan we per bus terug naar Arusha. Met enige trots kunnen we zeggen op het hoogste punt van de aarde te hebben gestaan, die lopend met handen en voeten te bereiken is.