Terug naar de alternatieve homepage van de FLAL Tochten informatie van de 31e winterserie 2003-2004 van de FLAL
HOOGHALEN
embleem van de FLAL
Historie
Hooghalen is ontstaan op de flank van een zandrug, globaal met een zuidwest-noordoostelijke ligging. Geconcentreerd in het dorp lagen de boerderijen. De es van Hooghalen werd aangelegd op het hoogste deel van de rug, ten zuidoosten van het dorp. Hier werd vooral granen verbouwd met name rogge.

Rond het dorp en de es lag het veld dat bestond uit droge en natte heidevelden. Het vervulde een belangrijke funktie in de dorpseconomie met betrekking tot de mestvoorziening die noodzakelijk was om de vruchtbaarheid op peil te houden. Ten noorden van het heideveld lagen de Hooghaler weilanden aan weerszijden van het Anreper Diep. Zij dienden als veeweide en hooileverancier. Vanaf de Middeleeuwen tot laat in de negentiende eeuw vormden het dorp, de es, het heide(veld), de weilanden en tevens het (gebruiks)bos een samenhangend geheel waarbinnen alle onderdelen een eigen funktie hadden. Voor een deel zijn ze nog in het huidige landschap herkenbaar. De grootste verandering heeft zich voorgedaan in het veld, dat voor een deel ontgonnen en voor een veel groter deel bebost is.

Haelen.
In de achttiende eeuw wordt er nog geen onderscheid gemaakt tussen Hooghalen en Laaghalen. Aanvankelijk vormden de beide dorpen een eenheid binnen hetzelfde grondgebied: de marke van Haelen. Het ontstaan van het esdorp Haelen dateert evenals vele andere Drentse esdorpen waarschijnlijk uit de vroege Middeleeuwen.

De zandrug moet echter reeds in de prehistorie bewoond zijn geweest, getuige de archeologische vondsten zoals de resten van hunebedden en grafheuvels. Ook is het aannemelijk dat er prehistorische trekwegen over de zandrug gelopen hebben. Haelen - de naam duidt op een droge omgeving - bestond tijdens de eerste eeuwen van zijn bestaan uit drie of vier boerderijen, waarvan er in later tijd één toebehoorde aan het klooster te Ruinen. De nederzetting lag toen op de plaats van het huidige Hooghalen.

In 1798 telden Hoog- en Laaghalen tezamen 14 huishoudens en ongeveer 81 inwoners. Bijna iedereen was toen boer. Er was één schaapherder en één boer was tevens kastelein. Hoe de huizen over de beide dorpen waren verdeeld is niet bekend, maar afgaande op de kadastrale gegevens van 1832 zou dat een verdeling zijn van 9 en 5. Het zou betekenen dat Haelen tussen 1798 en 1832 niet is gegroeid, want het huizental is in beide jaren hetzelfde.

In 1864 is de marke van Haelen officieel in tweeën gesplitst, hoewel de dorpen al langer zelfstandige eenheden vormden beide met een eigen es. Laaghalen is waarschijnlijk ontstaan als een afsplitsing van Hooghalen. Deze vond reeds plaats in de Middeleeuwen als gevolg van bevolkingsgroei. Rond 1900 telde Hooghalen ongeveer 300 inwoners en 40 boerderijen, enkele winkels, een school, een smederij, en een melkfabriekje.

Hooghalen heeft bij de bevrijding in 1945 nogal wat oorlogsschade opgelopen. Tengevolge van de gevechten is de oude dorpskern het z.g. 'Middendorp' met zijn oude karakteristieke Saksische boerderijen geheel afgebrand. Na de oorlog hebben forenzen zich in Hooghalen gevestigd en hebben veel boerderijen hun agrarische funktie verloren.

Tegenwoordig telt Hooghalen ongeveer 1400 inwoners. De dorpen Hoog- en Laaghalen zijn nu totaal door elkaar gescheiden door de verlaagd aangelegde autosnelweg A28. De aanleg van deze weg betekende een grote ingreep voor het dorp.

(Gegevens ontleend aan het boekje "knapzakroute Hooghalen" van de Vereniging brede overleggroep kleine dorpen in Drenthe)

Radiosterrenwacht Westerbork, Schattenberg 1, Telnr.: 0593-592421
De radiosterrenwacht vindt u op het terrein van het voormalig Kamp Westerbork, een plek waar geschiedenis, natuur en wetenschap elkaar ontmoeten. Het Melkwegpad is een mooie wandelroute waarin de fascinerende wereld van het heelal en de grootste radiotelescopen van Europa centraal staan. Spelenderwijs leert jong en oud over de werking van de enorme schotels. Het melkwegpad loopt langs de grootste zandbak van Drenthe, een speelplaats zo groot als een voetbalveld.

Westerbork
Midden jaren dertig moest er in Nederland een Centraal Vluchtelingenkamp komen voor Joodse vluchtelingen uit Duitsland. Dit kamp zou worden opgezet op de Veluwe. Koningin Wilhelmina vond dit echter wel heel erg dicht bij Paleis het Loo in Apeldoorn gelegen. Het gevolg was dat besloten werd het kamp op de Drentse heide te bouwen, in het toen nog onherbergzame Westerbork.

KAMP VALT IN DUITSE HANDEN
Het kamp bestond uit 50 woonbarakken en werd begrensd door een 2 meter hoge omheining met 7 bewaakte wachttorens op een areaal van ruim een halve kilometer. Het kamp was meestal erg vol, gemiddeld woonden er zo’n 10.000, op sommige momenten zelfs 16.000 mensen! Op 9 oktober 1939 begon Kamp Westerbork zijn gruwelijke bestaan met de komst van 22 Duitse joden. Bij het uitbreken van de oorlog was dit gegroeid tot 750 mensen en op 2 oktober 1942 waren er al 2.000! Op 1 juli 1942 werd het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork, zoals het tot die tijd had geheten, officieel aan de Duitse bezetter overgedragen. In het vervolg sprak men van het Polizeiliches Durchgangslager Westerbork; een ‘doorgangskamp’ van hier naar de verschrikkelijke gaskamers in Polen.

KAMPLEVEN
Het leven in het kamp leek enigszins op het normale leven, in hoeverre je zo’n kamp normaal kunt noemen. Men kon er onder andere een kleermakerij, een speelgoedfabriekje en een vliegtuigsloperij vinden. Er werden ook ballet-, concert- en cabaretvoorstellingen gegeven. Maar overal hing een sfeer van dreiging en angst. Met het naderen van de dinsdag, de dag van de wekelijkse transport, steeg de angst naar een hoogtepunt. Toch zijn er slechts 210 joden ontsnapt, want het ontbrak hen vrijwel allemaal aan contacten met de buitenwereld.

JODEN EN WESTERBORK
In totaal zijn er bijna 100.000 joden uit Westerbork gedeporteerd verdeeld over 103 treinen die vertrokken naar Auschwitz, Sobibor, Theresienstadt en Bergen-Belsen. Op 2 september 1944 kwam het bevel om Westerbork te ‘evacueren’: slechts 300 gevangenen bleven er achter. Op 12 april 1945 werd het kamp bevrijd door de Canadezen. Op dat moment zaten er echter al weer 1000 mensen in het kamp, aangezien een ‘aangebrachte jood’ nog altijd 7 gulden opbracht!

OMSLAG
Na de oorlog werd het kamp direct gebruikt als interneringskamp voor NSB’ers, SS’ers en andere landverraders. Na deze periode werd Westerbork bestemd als opvangkamp voor gerepatrieerden uit Nederlands-Indië. Vervolgens werd het gebruikt voor militaire doeleinden, om vanaf 1951 te gaan dienen als Kamp De Schattenberg voor de 3.000 Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen. In 1970 besloot de overheid Schattenberg af te breken en de Molukse gezinnen woningen toe te wijzen in Hoogeveen, Assen en Bovensmilde.

GEDENKPLAATS
Pas in 1983 werden stemmen onder jongere generaties gehonoreerd, om van het voormalige kampterrein een gedenkplaats te maken! Ondanks weinig steun van de overheid en de samenleving kwam in dat jaar de tentoonstellingsruimte Herinneringscentrum Kamp Westerbork van de grond.

Nabeschouwing
De tocht vanuit Hooghalen de tiende uit de serie van 12 wintertochten, startte met een record opkomst, het was best goed wandelweer, er hadden zich 649 wandelaars voor de tocht ingeschreven, waarvan 449 op de 25 km en 142 voor de 40 km en 58 voor de 50 km. Er liepen deze keer 529 wandelaars tegen administratie kosten, 15 gingen er voor het schildje, 20 gingen er voor de beker, 21 voor het wandbord en 64 voor een medaille.
naar de top van deze pagina